Naar inhoud springen

Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/261

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

in de ziel, nog slechts één belang meer in ’t leven: mijne wraak. En ik weet wel, dat men met die te voldoen een leven moet leven, dus vol misdaad en bedrog, dat er de ziele bij verloren gaat, zoowel als ieder levensgenot; maar ik had voorgenomen, alles te verspelen voor dat ééne. En gij ziet het nu toch nog verstoren, om die enkele gedachte, dat ik uwe achting heb willen terugwinnen, dat ik u toon en wilde, zoo daar een mensch kon zijn, dien ik hoogachtte, dat ik ook weder mensch kon worden."

»Gij hebt alles willen verspelen voor u zelve, mevrouw? Heel goed. Gij hadt de macht, gij hadt recht., Maar wat heeft u dat arme schepsel daarginds gedaan, dat gij haar hebt verbonden aan die noodlottige behoefte van uw schuldig hart? Zij althans heeft niet uw leven verwoest; zij althans heeft u niets gedaan, dan het goede; zij, zij althans heeft u liefgehad: waarom haar dit gedaan? daaraf vrage ik u rekenschap. Zij was zacht en, in haar beperkten kring, de vreugd en de lust der haren; zij had een nobelen man tot een gelukkig man kunnen maken; zij was vroom; zij leefde op de aarde met stillen hemelzin in ’t harte; ik kweekte in haar een uitnemende discipel in des Heeren…, ééne aanraking van u, en dat alles is in haar verwoest en voor anderen verwoest…! Eene aanraking van u en zij was weggesleept, om dienares der zonde te worden; zij is uwe dienares geweest; zij is uw slachtoffer geworden; en zie nu! daar ligt ze, van zich zelve en van alles bewusteloos met den glimlach der onnoozelheid op de trekken, met den woesten blik der waanzin in het oog; daar ligt zij, samenkrimpend onder de stuiptrekkingen der razernij…!"

»Dat verwijt gij mij, gij?" riep nu Lady Margaret, in toorn ontvlammende en weder geheel zich zelve: »Gij, aan wien ik haar heb opgeofferd? Uw slachtoffer is ze, niet het mijne; zij was gelukkig in het leven, zooals ik het haar had gemaakt; ik was besloten, niet meer van haar te scheiden; ik zou haar een le-