Naar inhoud springen

Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/266

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

van goed ontwikkelt, geene enkele plant van betere natuur overeind laat in het hart. Toen, als ge met waarheid hebt gezegd, was Satan u in ’t harte gevaren; maar het was, omdat gij het hem hadt geopend, en er voor God geene plaatse liet…"

Gideon zweeg, zeker in hoop, dat zijn spreken aan Lady Margaret eene dier vragen van berouwen schuldgevoel zoude ingegeven hebben, waarop hij een troostrijk antwoord had kunnen geven; maar haar trotsch gemoed bleek onvatbaar voor zulke gewaarwordingen.

»Beziet ge mijne lotgevallen van zulke zijde, dan is ’t wel geen wonder, zoo gij geen medegevoel kent. Maar dan ook," vervolgde zij met een duisteren blik, »is het niet met recht, dat gij alle schuld werpt op mij alleen. Die God, die gezegd wordt almachtig te zijn, had mij kunnen redden van mij zelve, — had mij lot kunnen omwenden — had mij kunnen stuiten in den loop mijner misdrijven, als gij ’t noemt. Waarom dan is dit niet geschied? De menschen hebben het uiterste tegen mij gepleegd, om mij te verderven. Om mij te behouden, is daar van den Hemel niets gedaan!"

»Niets gedaan!" herhaalde Gideon, »zeg veeleer, dat daar zonder ophouden alles gedaan is, wat u van ’t kwade had kunnen aftrekken en heenvoeren tot den Heer; maar gij ook hebt nooit opgehouden te wederstaan. Gewetensangsten moesten u voormaals gefolterd hebben, zij hadden u kunnen brengen tot erkentenis uwer schuld. Gij hebt ze versmoord in nieuwe misdaden; gij zijt vervolgd geworden en verlaten, en hebt zelfs meer dan doodsangst geleden, ja tot de reucke van ’t graf toe hebt gij gesmaakt, en dat al zonder dat het u eene reucke des levens werd, ten leven. Later was het de milde straal eener teedere, onschuldige liefde, die eene edele vriendschap had kunnen worden, die u trok als door de zachtste koorden; dit vroom minnelijk kind, als vertrouwde aan uwe zijde geplaatst, had u het eenzame lot