Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/102

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zegelde en las. Hij las blozend en met een welgevallen, dat eene soort van zenuwachtig lachje op zijne lippen bracht en tranen in zijn oog; plotseling stond hij op, en knielde voor Karel, die weer was gaan zitten.

»Mijn vader!” sprak hij ontroerd, en kuste hem de hand. De Hertog leide hem welgevallig de hand op de schouders en zag hem vriendelijk aan.

»Wees omzichtig, jonge man! spreek dit woord niet te luid, het mocht mijn neef Lodewijk in de ooren klinken. Het is gevaarlijk de verloofde mijner dochter te zijn. Mijnheer van Guyenne was het nauw geworden, of men gaf hem eene perzik vanwege zijn Koninklijken broeder van Frankrijk; hij at en hij stierf! Mijnheer van Calabrië is mede een zonderling schielijken dood gestorven, waar men Frankrijks hand in kennen kan.”

»O! wat zegt dat! Ik wil voor haar sterven.”

»Oefen veeleer kloeke bescheidenheid, opdat gij leven moogt voor haar en voor den troon van Bourgondië,” antwoordde Karel, terwijl hij hem oprichtte.

De Graaf, op wien dit tooneel de werking deed van een vervulden wensch, was nu de eerste, die aanbood, het overeengekomene op papier te stellen. Karel deed een geheimschrijver binnenroepen, die schielijk het schrijftuig van zijn gordel nam, en, bij de tafel geknield, neerschreef, wat men hem voorzeide.

»Ik reeken eigenhandig,” sprak de Hertog; »maar Zijne Majesteit…”

»Ik heb ’s Keizers handteekening in blanco bij mij. Mijne volmacht was zeer ruim.”

Toen de klerk zijne bezigheid had verricht, werd hij heengezonden, en Karel, teekenende, sprak:

»Ik gaf er veelom, dat deze zaak spoedig zijn beslag kreeg, en wie mij daarin zou willen dienen, kon zeker zijn van mijne Koninklijke dankbaarheid;” daarbij zag hij Varnemburg veelbeteekenend aan.

»Vrouw laat zich niet koopen, en bij gevolg ook niet verkoopen, meenden wij vroeger reeds aan te merken, toen Uwe Genade van het loon harer dienaren sprak,” antwoordde deze met eene buiging.

De Hertog verbeet zich de lip; hij begreep dat die man, die