Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/188

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

rijpheid was duur gekocht; door bloedige grieven, door onverpoosden arbeid, door de slapeloosheid, die afmat. en door de teleurstelling, die den levenslust verkeeren in levenszatheid. Voorwaar! de eere, zoo gewenscht door velen, opvolger zijn van den Bourgondischen Vorst, wien hij zoo trotsch had gezien en zoo machtig, werd door hem betaald met den hoogen prijs van onbezorgde jeugd, vroolijkheid en rust. Gekrenkt in zijne Vorstenfierheid, gekrenkt in zijne eerzucht zelfs, had hij overal teleurstelling gevonden, in alles, slechts niet als echtgenoot, en het was alleen zijne waarachtige liefde tot Maria, die hem toefluisterde, dat hij ondanks alles toch gewonnen had.

Dan, al waren zijne trekken slechts weinig krachtiger geworden zijn zacht blauwoog was niet meer zoo zacht, maar flikkerde van moed en van strijdlust. en het was geen valsche glimp, die gloorde ten ontijde, of een stroovuur, dat zoo haast doofde als ontbrandde, maar eene doorgaande, ter goeder ure aangewende dapperheid, op aanval en verdediging beide gewapend, en door beleid en behendigheid gesteund: hij had den strijd noch gewacht, noch gewenscht, maar toen hij dien vond, had hij dien aangenomem zonder schroom en zette dien door zonder aarzeling. Coeur d’ acier noemde hem zijn levensbeschrijver en zijn oproerig volk en zijn geduchte tegenstander, Lodewijk XI, hebben zich menigmaal pijnlijk gestooten aan dat stalen hart, en zijne jonkheid daarna niet meer veracht.

Maar dat er achter dat koude, harde staal nog de warmte en de teêrheid bewaard waren gebleven voor de gade, die hij had gewenscht en die hem had gekozen uit liefde, was zichtbaar, toen hij losjes den vorstelijk gepluimd en helm had afgelegd, en met zijn vriendelijksten blik en zijne liefelijkste stembuiging zich gelukkig prees, bij zijne »lieve vrouw” te zijn.

»Blijdschap en soulaes over mij, bij mijn ’s Heeren komst!” riep zij vroolijk; »maar brengt hij heil, of boodschapt hij wederspoed? ”

»Naar gij het nemen zult, Maria mijne! maar laat ons zoetelijk kouten van minne; tot bezwaarnis en wichtige overwegingen zal het daarna tijd zijn;” en hij trok haar nevens zich op de gebeeldhouwde eikenhouten bank, die aan het beschot was vastgehecht, en waarover een verhemelte van verguld hout