Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/45

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

land en dien machtigen vreemden Vorst, met al hunne Heeren en Grooten, op het statelijkst uitgedoscht, zou nu weldra vervuld worden, Frederik was reeds met de zijnen binnen Trier, maar hij was er stil en zonder feestelijkheid ingetrokken. Uit eene fijne hoffelijkheid jegens den Hertog, zou de Keizer zich buiten de stad met dezen samentreffen, om gezamenlijk hunne plechtige intrede te doen; men wist dat Karel de Stoute reeds in aantocht was: men verwachtte hem den dag, die nu volgde.