Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/51

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

helder en onverbJoemd, die anders door een zachter tintje zoo licht tot deugden hadden kunnen vergoelijkt worden.

Wij kunnen van Philippe’s grieven hier niet verder spreken; maar wij konden zijne plaats niet ledig zien, zonder de grieve lucht te geven, die wij hebben tegen hem en zijn Vorst beiden legen Karel, omdat hij te laatdunkend en te eigenzinnig was, om een man in eere te houden, die hem nog anders dienen kon dan met het zwaard en met zwijgende gehoorzaamheid: en tegen Commines, omdat hij, niets raadplegende dan een koel berekenend eigenbelang, op een oogenblik, dat hij zijn Vorst ter zijde had moeten blijven, de banden heeft losgescheurd, die hem aan dezen hadden moeten boeien, zoo niet door dankbaarheid, dan toch door gewoonte, door trouw, door die gehechtheid, welke met de sterkte van den man moest opwassen. Hij had in Karel den meester zijner jeugd niet moeten vergeten; het hart had in een man van zijne beschaving ten minste ook eene stem moeten hebben, en niet enkel het verstand! Niet dat hij scheidde van den Hertog van Bourgondië toen diens eerzucht hem in de verte het verderf wees, maar dat hij scheiden kon van den Graaf de Charolais, toen die hem het meest konde noodig hebben, dat is zekerlijk in hem te veroordeelen.

Hoe groot Karel’s toorn ook mocht geweest zijn bij de eerste tijding van dit verlaten, op dit oogenblik zeker dacht hij daaraan niet, maar veeleer, hoe hij zijn keizerlijken bondgenoot het hof zoude maken, zonder tegelijk iets af te staan van eigene hoogheid; en Frederik…? Wat deze ook mocht denken over dat pralend vertoon van rijkdom, waarmede hij zich verpletterd zag door den man, die als mindere tot hem kwam, hij sloot die gedachte op in het binnenste zijner ziel, en toonde den trotschen leenman een heusch en hoffelijk gelaat, ten aanzien van hun beider vereenigd volk. Eéne overweging, die natuurlijk in Frederik’s ziel moest opkomen, was daarenboven wel geschikt, om hem alles met zachteren blik te doen zien. Die rijke Vorst zou de schoonvader worden van zijn zoon: dat huwelijk zou al die schatten en al die goederen overbrengen in het huis van Oostenrijk; het moest hem heimelijke voldoening geven daarvan zulke schitterende bewijzen te zien; een vader ergert zich niet licht aan den weidschen bruidschat van zijne schoondochter; en Maximiliaan?