Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/60

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

V.


Spoedig daarop legde Karel een plechtig bezoek af bij den Keizer, waarbij deze hem uitgeleidde tot aan de binnenplaats van zijn paleis, en waarbij niets belangrijks voorviel, dan eene wederzijdsche ruiling van hoffelijkheden en vriendschapsbetoon, die niets bewezen voor ingenomenheid of vriendschap, en waaran misschien alleen het volk iets hechtte, dat er de bijzonderheden van vernam. Eerst na een tweede bezoek werden de groote beweegredenen aangeroerd en blootgelegd, die beide Vorsten tot deze bijeenkomst hadden overgehaald. Dat wil zeggen, dat deel dier beweegredenen, dat voor het oor van zoovelen konde worden uitgesproken; want de Keizer had al de grootsten en edelsten van zijn hof met zich genomen, en niemand van Karel’s hooge dienaren was afwezend. Het was dus andermaal niets dan eene ceremoniële opening van staatkundige aangelegenheden, die eerst later, in het geheim, werkelijk zouden behandeld worden; want of de Aartsbisschop van Maintz al in deftig Latijn in ’s Keizers naam de smart te kennen gaf, waaronder het hoofd van het Roomsche Keizerrijk leed, bij het zien, hoe de altijd woelende oorlogen tusschen Frankrijk en Bourgondië de Vorsten der Christenheid verdeelden, en rust, noch tijd, noch middelen lieten, om naar Christen- en Ridderplicht de wapens te keeren tegen de overmoedige Turken, die jaarlijks gevaarlijker werden door hunne veroveringen en ondernemingszucht; of er onder dit alles ook eene balsemende zegen van loftuitingen nederdroppelde op het hoofd van den Bourgondischen Vorst, dien men gekozen had tot den held van den dag; het bracht Karel geen droppel zalvende wijdingolie aan; en schoon deze met zijne gewone zucht tot het statelijke daarop liet antwoorden in eene volle, plechtige vergadering, ten