Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/97

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

den vleide en vijanden dreigde; dat was den arend de slagpennen uitrukken, den leeuw de voorpooten ketenen, den vos vergen, af te staan van zijne list.

Daarbij, zich een gelijke geven in den zoon van een machtig Keizer, in een jongeling, wiens fijnen geest hij had leeren waardeeren, wiens krachten dagelijks zouden wassen, die Roomsch Koning zou worden, en wellicht zelfs Keizer, eer Karel de oogen sloot! Neen voorwaar! zijne dochter uithuwelijken, haar ten huwelijk geven bovenal aan Frederik’s zoon, was de bitterste eisch, die hem kon worden voorgelegd, het smartelijkste beding, dat hem te maken was, zelfs al zou eene vurig begeerde kroon er de prijs voor zijn.

Men begrijpt, dat de prikkelbare Bourgondische Vorst, toen hij vond of voorwendde te oordeelen, dat men al den omvang van dien eisch niet scheen te bevatten, in die luide en bittere ontboezeming uitbarstte; men begrijpt, dat het bij een man van zijn warm bloed niet mogelijk was, met zooveel vuur te spreken, kalm nederzittende in een zetel; ook was hij sinds lang opgestaan en doorliep het vertrek met groote schreden; die ongeregeld waren en bijna wankelend van drift. — Een verschijnsel, dat men ook eveneens opmerken kan in dronken lieden en kleine kinderen, als een bewijs, dat de hartstocht het lichaam bedwelmt, evenals de onmatigheid, en zwak maakt als de hulpelooze jeugd. De Aartshertog, die reeds van den aanvang der onderhandeling af in pijnlijke onrust had toegeluisterd, liet nu in eene soort van vertwijfeling het voorhoofd op de vlakke hand rusten, als wilde hij de oogen sluiten voor een tooneel, waarvan hij evenzeer een machteloos getuige als een schuldeloos slachtoffer was. Het was zijn lot, zijne toekomst, zijn hart, waarover die twee menschen twistten; de een met eene koelbloedige vasthoudendheid, die hem telkens sidderen deed voor de gevolgen, en de ander met een aanmatigenden trots, met eene licht ontvlambare drift, die ieder oogenblik dreigde, zijne schoone verwachtingen roekeloos te vertreden en in blinden toorn om te werpen

Want Maximiliaan wenschte zijn huwelijk met Maria van Bourgondië. Om niet te spreken van de natuurlijke begeerte des achttienjarigen jongelings, om een gehuwd man te zijn; van