Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/102

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

die gezien en gehoord heb, zou beter met de jonkvrouw kunnen spreken.

— Neen, neen, mijn jonker! Bij mijn wil en weten zal ik niet wagen aan de beguichelingen van die tooverressen… want schuldig of onschuldig, dat laatste zijn ze toch allen, en daarbij, oorlof voor ’t woord, daarbij ontbreekt u omzichtige hofkonst, om die fijne vlindertjes bij de vleugels te vatten; zonderdat zij krijten over ruwheid. En glimlachend, maar met een goedhartigen hoofdknik verwijderde zich de schilder en liet Diedrik alleen achter als eene schildwacht op een verloren post.