Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/216

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

De Markies de Sourdiac nam ditmaal de sleutels in ontvangst.

De Vicomtesse bracht een nacht door van wanhoop en radeloosheid, waarvan wij u de beschrijving onthouden; het was een kamp van machtelooze woede en bitter harteleed; de eerste te pijnlijker, naar mate zij zelve in hare overijlde drift het bewijs uit de handen had gegeven, dat haar tot nieuwe uitbarstingen en nieuwe wraak gerechtigde, het andere schrijnde te meer, daar zij eene zekerheid had voor zich zelve, waarin zij nu toch niemand kon doen deelen. Des anderen morgens moest zij zich lucht geven bij de Markiezin de Sourdiac, die haar geene ironie spaarde wegens hare bonhomie, om den trouwelooze de getuigenis zijner ontrouw in handen te laten, maar die, uit vreeze dat hare samenspanning in ijdelen rook verdwijnen mocht, zonder eenige uitwerking te doen, haar brieschenden toorn nog meer wist aan te zetten, tot zij op Lucienne d’Arcy , in de tegenwoordigheid van verscheidene dames en hovelingen, een aanval deed, zoo ongepast als wreedaardig, en ten laatste haar uittartte, om als bewijs harer onschuld, het veelbesproken gebedenboek te toonen. De arme Lucienne had er reeds naar gezocht, toen zij aan het verlangen van Honthorst wilde toegeven, om hare beeltenis juist daarin te schetsen, maar zij had het niet gevonden, als wij begrijpen; ze was in doodelijke onrust; in hare verlegenheid redde zij zich met eene uitvlucht, die de verdenking kracht gaf, door de boosheid reeds op haar geworpen; zij begreep dat men met dit alles niets bedoelde, dan haar een geheim te ontlokken, dat haar zoo dierbaar was als het leven, en waarbij zij het hoogste heil des levens op het spel dacht; zij stamelde den naam van Fabroni… bad dat men haar niet verdenken, niet beschuldigen zou, voordat zij dezen, die haar voogd en raadsman was, geraadpleegd zou hebben;… maar men begrijpt, hoezeer deze bede de beschuldiging van Mevrouw Fabroni verzwaarde… en tot verergering van Lucienne’s toestand, kwam de Vicomte niet van zijn geheimzinnigen uitstap terug. In den angst haars harten en gedrongen door de anderen, besloot zij toen tot een gewaagden stap.