Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/220

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zich te verwijderen, vooral dan niet, vervolgde hij, met galanterie even de knie buigende, om de hand te kussen, die Maria hem reikte, vooral dan niet, als het in de macht staat van een zoo oprecht vriend en dienaar Harer Majesteit, als ik, zelf hare verwachtingen en onderstellingen tot zekerheid te maken! Dit gezegd hebbende, boog hij zich opnieuw, en daarop met hoffelijke gratie hare hand nemende, voerde hij haar naar den zetel terug, dien zij verlaten had.

— O! zekerlijk, ik wist wel dat ik mij niet kon vergissen in den edelmoedigen aard van Uwe Hoogheid, en dat ik mij van de werkdadige vriendschap van zulk en doorluchtigen Prins geene te groote voorstellingen kon de maken.

Op dit oogenblik zweefde er iets op het gelaat van den Prins, dat tusschen een donker wolkje en een fijn glimlachje aarzelde; had de Koningin de beteekenis van dat iets kunnen vatten, het had haar zeker eene teleurstelling bespaard; maar Frederik Hendrik, met al zijn voorkomen van gulle minzaamheid, was een vorst die zich niet zoo licht liet doorzien.

Hij scheen nu eerst Honthorst op te merken, die uit bescheidenheid willens was zich in stilte te verwijderen, zonder daartoe een opzettelijk bevel af te wachten.

— Naar ik zie zoude ik eene stance storen, die Uwe Majesteit geeft aan onzen braven konstenaar, sprak hij; maar dat moet niet zijn… ik wil dat hij blijve, en zoo mogelijk voortvare met zijne nobele taak. De blik van den Prins nog meer dan zijn woord, beval Honthorst het blijven, terwijl de Koningin in eene zekere verlegenheid antwoordde…

— Ik meende verstaan te hebben, dat het de begeerte Uwer Hoogheid was, mij zonder .…

— Lastig ceremonieel een officieus bezoek te brengen, Mevrouw! en zelfs zonder hinderlijke getuigen; als waaronder ik hofluiden versta, die meestal de gewoonte hebben, de simpelste en klaarste woorden der vorsten dubbelzinnig op te vatten, en daaraan bijgedachten te verbinden of wendingen te geven, die geheel vreemd zijn aan de ware intentie; dezulken zijn meer dan overbodig bij het onderhoud, dat ik met Uwe Majesteit wenschte te hebben; maar ietwat anders is het, zoq Meester Gerard Honthorst, een waardig zoon van Apelles en