Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/226

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

edelen of staatsdienaren, die men omgekocht of verleid kon achten, en Frederik Hendrik wilde niet, dat men in zijne goedheden voor Maria iets anders zien zou dan… goedheid, dan dankbaarheid jegens eene ongelukkige, waaraan hij en ’t vaderland vroeger verplichting hadden, en de ridderlijke hoffelijkheid van den gastheer tegenover eene koninklijke gast, niets meer; hij zelf hechtte niets meer aan de verbintenis met eene vrouw, die als regente hare politieke beteekenis reeds voor hem verloren had, en aan welker koningschap hij niet meer hechtte, dan waar het de vraag was van dien titel als opschrift tusschen tropheën en eerebogen.

En hoe weinig Maria de Medicis gesticht was over dit voorzichtig afwijzen van haar verlangen, om een gesprek onder vier oogen, zij moest bekennen dat, zoo iemand, deze schilder de minst hinderlijke en de meest vertrouwde getuige was, en zelfs al ware hij dit laatste niet, het was toch de man, wien zij vrijwillig een deel van hare geheimen had opengelegd, en die dus reeds vooruit wist wat zij te zeggen had.

Het spreekt vanzelf, dat de Prins niet al den tijd heeft gezwegen, terwijl wij over hem praatten; maar hij heeft toch geen gebruik gemaakt van den armstoel, dien Honthorst (als de eenige ceremoniemeester) in der haast voor hem had aangeschoven; ondanks het herhaald verzoek der Koningin, was hij blijven staan, zich slechts van tijd tot tijd aan de leuning steunende, zeker omdat hem staande het spreken gemakkelijk viel, of ook wel, omdat hij toch geen plan had lang te blijven.

De Koningin dan had terstond het woord: familiebetrekkingen, opgevat om er gebruik van te maken in zulken zin als zij het gesprek wilde richten.

— Laas! helaas! sprak zij met een diepen zucht, hoe kon Uwe Hoogheid meenen, dat daar andere dan droefkreuken op mijn aangezicht zullen komen, als wij van familie spreken… kan de droeve weduwe van Hendrik IV anders dan met leed en rouwe de nauwste en teerste banden gedenken? O, droef en duister noodlot! al te wreede Ravaillac, die met ééne daad de wereld beroofde van zooveel grootheid en zooveel deugd!

Hetzij de Prins van Oranje deze exorde een weinig te pathetisch vond om in dien toon in te stemmen en dus het gansch