Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/23

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Scaliger en Barlaeus; zij hoort de zoete stem van Roemer Visschers dochters liefde winnen, terwijl zij de kunst eere brengen. Zij ziet een Christelijk zededichter als Cats de hulde van zijn hart brengen aan eene vrouwals Anna Maria Schuurmans. De vrienden van kunst zien hier Van dijk, Ruisdael, in een zelfde tijdperk meer dan drie en dertig mannen, die door hun penseel hun naam onsterfelijkheid hebben gegeven en hun vaderland eere gebracht; zien de graveerkunst opkomen en reeds in Sandrart bloeien, en welke kunsten al niet uitgevonden of volmaakt door de Metiussen, de Drebbels, Stevin!

Wie de gereformeerde kerk gebonden wenschen aan de regelen eener strenge rechtzinnigheid, zien die krachtig gehandhaafd door Bogerman en Walaeus, en de meer vrijen zien het evangelisch protestantisme waardiglijk vertegenwoordigd door Uitenbogaert en Episcopius. Kent gij een tijdkring waarin meer schitterende heldenfeiten op zee verricht werden door vrome zeevoogden, mannen, die den admiraalsstaf zwaaiden met eene kunde en eene kracht zonder wederga, wier arm nooit versaagde in den strijd, wier vastheid niet wankelde in den storm, maar die ook na iedere overwinning de knie bogen voor »God Almachtig,” die hun den zegen schonk, en in iederen nood de handen ophieven tot Hem, die ook de Heer is van den Oceaan? Hunne daden liggen te diep in ieders geheugen, dan dat hunne namen niet op ieders tong zouden zijn. Stoutheid en volharding vinden in de Lemaires hun loon, bij het ontdekken van Guinea’s kust, en ’t omzeilen van de Kaap, en Barendz’s tocht naar Nova-Zembla heeft nòg in onzen tijd de poëzie des dichters bezield. Maar genoeg heb ik gezegd, om niet van overdrijving verdacht te worden, zoo ik in die zeventiende eeuw de vervulling vond van ieders schoonsten droom, en eerder zou ik u vermoeien met de bonte optelling, u tot duizeling wekken van het gekrioel dier grootheden, dan de historie uitputten in roem, en omdat ik van droomen sprak, tot zelfs de liefhebbers van luchtkasteelen en windhandel, dat zwak van onze wijze negentiende eeuw, vinden hunne voorgangeren in de zeventiende. De speculatiën op een tulbenbol mogen toch wel tegen het hazardspel van de beurs opwegen.

En 1638 brengt ons in een glansrijk tijdperk van Frederik