Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/242

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Eene ontvreemding in mijn huis, aan eene dame van ’t gevolg mijner Koninklijke gast? riep de Prins, voorwaar dat zal niet zacht gestraft worden zoo de dader uitvindbaar is!

— Dat zal wel niet moeielijk zijn, Doorluchtige Vorst! want… het is zeker een persoon van rang en…

— Lucienne! Lucienne! riep de Koningin, hoe spreekt ge dus onvoorzichtig eene beschuldiging! iemand van qualiteit zou u zaken van groote waarde ontvreemd hebben. Gij beleedigt met dit gezegde alle voorname personaadjen van mijn hof.

— Lacy, Mevrouw! het heeft alleen waarde voor mij, want het was mij een hoog en heilig pand der teerste liefde… mijn kerkboek, een geschenk van mijne moeder…

— Van uwe moeder! herhaalde de Koningin op zonderlingen toon.

— Dat zij mij gaf op haar sterfbed, ja, Uwe Majesteit! en juist daarom, omdat het voor niemand waarde heeft dan voor mij, vrees ik dat het mij met eenige booze intentie zal ontnomen zijn.

— Maar waar gij dus de intentiën gist, zult ge, achte ik, doch wel eenige verdenking hebben tegen een bepaald persoon? sprak de Prins.

— Ja, Uwe Hoogheid! die heb ik en… op Mevrouw Fabroni!

— Op Mevrouw Fabroni! riep de Koningin in de uiterste verbazing, maar hoe kan dat wezen… hoe kan het in u opkomen, arm kind! anders dan in eene vlaag van ijlhoofdige drift om deze, juist deze, te verdenken van booze intentiën tegen u?

— Omdat zij zelve zich door vlagen van ijlhoofdige passie laat regeeren, en in eene daarvan geeft zij… zich toe in eene opvatting tegen mij… die… de grofste ongerijmdheid… ik… ik kan het niet uitspreken voor Uwe Majesteit, het hoofd duizelt mij! vergiffenis!… en het arme kind, blozende van schaamte en verontwaardiging onder de gedachte aan de verdenking die op haar rustte, bedekte zich het gelaat met de beide handen en begon luide te schreien.

Toen richtte de Koningin zich tot Mevrouw Fabroni, die, als men denken kan, met brandend ongeduld en onder de heftigste en strijdigste gewaarwordingen toehoorster en toeschouw-