Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/243

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ster was geweest, doch die in de zekerheid harer zegepraal kracht had gevonden om zich te bedwingen, totdat de Koningin haar het recht gaf te spreken; maar nu ook gaf zij geheel de bitterheid van haar harte lucht, en op de vraag van Maria:

— Maar, Mevrouw de Vicomtesse! spreek gij het dan uit, waarvan beschuldigt u de Jonkvrouw d’Arcy, waarvan verdenkt gij haar? riep zij luide en scherp.

— Ik verdenk Mejonkvrouw d’Arcy niet, Mevrouw! ik heb zekerheid van hare schuld, en datgene, waarvan zij mij beschuldigt, zoo ik het gepleegd had, het ware niets geweest dan een oefenen van mijn goed recht…

— Maar ziedaar nog weer niets bepaalds, sprak Maria verdrietig, en Zijne Hoogheid gaat bij dit alles het geduld verliezen!

— Volstrekt niet, Mevrouw! integendeel dit alles spant zeer ernstig mijne aandacht, en al ware dit niet, zou ik u hinderlijk zijn, waar gij recht hebt te doen?…

Zoodra Mevrouw de Fabroni nader bij de Koningin was geroepen, hadden zich Mevrouw de Sourdiac en de Ridder de l’Espine, die zich met andere vrouwen en hovelingen in de aangrenzende zaal bevonden, nader bij de openstaande deur begeven, allen natuurlijk met één hoofddoel, dat om goed te verstaan wat gezegd werd, en goed te zien wat er voorviel, maar de Markiezin en de Ridder met zeer uiteenloopende plannen; de eerste om zooveel mogelijk zich zelve te waarborgen, terwijl zij, waar het zijn kon, nog wat meer gloed hoopte te geven aan de uitbarsting; de andere om in ieder geval gereed te zijn tot Lucienne’s hulp, zoo zij die behoeven mocht.

— Wees nu zoo goed en verklaar u duidelijk, Vicomtesse! sprak de Koningin; hebt gij dat gebedenboek werkelijk aan Lucienne d’Arcy ontnomen, en met welk recht, met welk oogmerk?

— Ontnomen heb ik het niet; maar toen het door eene toevallige omstandigheid in mijne handen viel, heb ik het behouden…

— Daartoe hadt gij geen recht, Mevrouw! gansch geen recht, viel Lucienne in, zelfs niet als de gemalin van mijn voogd.