Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Gij ziet er dus zwarigheid in?

— Ik houd niet van Oranje roepen voordat de Prins behouden is, en wij zijn nog niet aan ’t eind; daarbij, ik zie hierin geene klucht, als sommigen van de dertele bent licht zouden doen; met hunne zottelijkheden geve ik mij niet af. En in dezen ben ik aan ’t vertrouwen der Koningin, en aan mijne Vorstelijke beschermster, de Prinses Amalia, verschuldigd, dat er nietwes voorvalle, dat opspraak kan geven of gelach wekken, dit zegge ik u, opdat gij weten moogt en mij beloven wilt, dat uwe, rol enkel eene zwijgende zal zijn, en dat gij u van daden of gesten onthouden moet, die u verraden konden en op zulke wijze de Vorstelijke Majesteit kwetsen.

— O! wees er zeker af! mijn hart zoude ’t mij verbieden al gebood de eerbied het mij niet.

— Op uw hart zal ik het niet graag alleen laten aankomen, sprak Honthorst wat spotachtig, doch wijl gij er toch van begint, hoe is u die passie aangewaaid?

— Wil luisteren en gij zult uw lachlust intoomen, al ware het enkel uit deernis.

— Als gij weet, heeft de Koningin Maria de Medicis, bij haar verblijf tot Amsteldam, het Oost-Indische huis bezocht.

— En het West-Indische mede, ja, dat wete ik.

— Van de receptie, die haar daar werd aangedaan, gelust mij nu niet te spreken; gij weet hoe die luisterrijk was?

— Waardig den gastheeren, en waardig ook der gast, zelfs al had zij in werkelijkheid de kronen gedragen, daarvan nu slechts de wederschijn haar omgeeft.

— Nu dan! mijn vader, een straf contra-remonstrant, had in de Vroedschap gestemd tegen de festiviteiten der inhalinge, die de Stad der Koningin wilde aandoen. Hij oordeelde, dat men Gods eere en de belangen der Ware Religie beter zoude gevorderd hebben met de Fransche geloofsgenooten te steunen tegen den Minister Richelieu, dan door zulke considerable sommen uit te geven, om feesten van blijde inkomste te houden ter eere eener Koningin, die dochter was uit het verraderlijk papistisch geslacht der Florentijnsche Medicis, en weduwe van een Vorst, die zijn geloof had verzaakt uit wereldsche inzichten…