Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/285

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

mochten loopen, en ten laatste den lust tot bespieding wekken, die zeer licht tot ontdekking kon leiden, welke niets brengen kon, dan moeite en verdeeldheid in onzen kleinen kring. Daarin gaf Mijnheer Polyander raad, en deed ons een middel aan de hand. Monsignore Fabroni zelf leidde mij buiten ’t kasteel op heimelijke wijze en…

— Dit weet ik.

— Van Mevrouw de Sourdiac?

— Neen toch, van iemand die getuige was van een uwer geheime uittochten.

— Wij waren dan toch verraden?

— Neen! want die het zag was een trouwen discreet persoon, die u nog voor meer gevaar heeft geveiligd.

— De jonge Hollander! viel zij in met zekere levendigheid, of gis ik valsch?

— Zeer juist, Jonkvrouw! en zie, daar staat in de verte de persoon zelf; beter dan ik mag hij u zeggen, met wat goede intentie hij zich belastte met hetgeen Mevrouw de Sourdiac hem opdroeg.

Lucienne zag in de richting, die hij aanwees, en kleurde even toen zij Diedrik zag staan, die aarzelde te naderen, omdat hij hen niet wilde storen in een vertrouwelijk gesprek als hij zag, dat ze samen hielden.

Toen wilde Lucienne tot hem komen, maar Honthorst hield haar nog even staande, en zeide:

— Nu ik dit weet, Jonkvrouwe! hoor mijn raad. en ’t zal u niet kwalijk bekomen er naar te handelen. Vraag van den Prins dit: dat hij voor u de vergunning verkrijge, eenige dagen op het kasteel van Heenvliet te vertoeven. Laat Mijnheer Fabroni of iemand anders u derwaarts geleiden; kon ’t wezen vertrek nog heden, en doe daar dan wat uw gemoed en overtuiging u ingeven. ’t Zal licht zonder veel opspraak zijn in eene kleine dorpskerk, en is ’t geschied, dan ken ik onzen Frederik Hendrik er voor, om u te veiligen en te behoeden voor de wraak der Koningin, of de moeite die zij u zou willen aandoen.

— Ik zal dien raad zeker volgen, en nu laat mij een woord van dank spreken met dezen jonkman.

Zij was reeds dicht bij Diedrik genaderd, toen zij dit sprak,