Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/311

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

handel bevorderlijk; als ze voortbrengselen aanvoerden, zooals nog geene andere ze hadden aangebracht of niet in zulk en overvloed althans, dan moest Diedrik het zich zelven bekennen, dat zijn vader gelijk had, en dat zulke werkelijkheid tegen de schitterendste luchtkasteelen kon opwegen en dat zulk streven en zulke uitkomsten zich gelijkstellen mochten aan de hoogste en heerlijkste pogingen der kunst. Ook voor zijne moeder was Diedrik een goed, een trouw zoon. Slechts op één punt bleef hij aarzelen haar wil te doen. Zij had een groot verlangen hem gehuwd te zien en Diedrik kon niet tot een huwelijk besluiten. In den kring, waarin hij leefde, zag hij er velen, jonge vrouwen en meisjes, lieve, deugdzame, deftige schoonen, die beloofden huisvrouwen bij uitnemendheid te zijn, zulke vooral als moeders zich tot schoondochters wenschen; maar niet ééne van haar kon zijn hart treffen. Hij zocht in eene vrouw nu eenmaal geene spinnende huispoes, maar eene nimf, die de eenzelvigheid van het altâgs Leben door de weelderige afwisseling van luchtige vormen wist om te tooveren tot iets meer idealisch; hij wilde eene fée, die uit de urne eener rijke verbeelding den dagelijkschen arbeid van ’t huis verzorgen telkens wist op te frisschen door stroomen levenspoëzie, en eene zulke vond zich nog altijd niet… Het is zoo, Tesselschade bloeide wel in zijn tijd; maar… Tesselschade liet zich zelfs door Huijgens niet winnen, en die kostbare bloeme had haar stengel wel wat hoog buiten zijn bereik. Misschien ook zweefde hem een ideaal voor den geest, dat hij zelfs in haars gelijken niet zou herkend hebben, en was hem de verbeelding dus getroffen, dat zij hem een onjuisten blik gaf op alles, wat niet dat ideaal weergaf, of wel dat nog altijd onuitwischbare herinneringen;… hoe het zij, hij was al in de klasse der huwelijkshaters gerangschikt, en deed geene enkele poging om zich van dat vonnis te beroepen, toen in 1642 de bruid van den Erfprins van Oranje met hare moeder de Koningin Henriette in Holland was aangekomen, en te ’s Hage het hooge huwelijk met »somptueuse pompe” werd gevierd.

Diedrik was toen in Amsterdam een man van beteekenis, die bijna in alle hooge collegiën zijne plaats had en zijne stem als eene beslissende deed gelden.

Hij was aan ’t hoofd der deputatie die een daarvan afzond