Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/312

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

om het vorstelijk bruidspaar te complimenteeren. Hij werd genoodigd om het ballet bij te wonen te dier gelegenheid gegeven. Hij verscheen er in al de degelijke pracht, die hij noodig achtte, om het hooge collegie van zijne glorierijke stad te vertegenwoordigen.

Hij vond er den jongen Landgraaf van Hessen, nog altijd heenfladderend om de jeugdigste en schoonste dames; maar hij zag hem voorbijgaan, zonder eenige opmerking te geven, zonder een hoffelijk woord van herkenning te richten aan eene Dame d’atour van de Prinsessebruid, die toch Diedrik’s aandacht in de hoogste mate tot zich trok.

Hare kleeding was uitgezocht, smaakvol, maar niet prachtig en zoo sober aan sieraden, dat het bijna te sober scheen voor zulk een vierdag; maar nog meer streed de diepe zwaarmoedigheid van haar bleek gelaat met de luidruchtigheid van het feest. Daar was iets in haar, dat Diedrik onweerstaanbaar tot naderen aantrok, en toen hij scherper toezag, herkende hij door den doffen nevel van weemoed heen de trekken, die hem eens in verrukking hadden gebracht, die oogen zoo zacht en toch zoo schitterend, golvende lokken zoo rijk, zoo glanzig, dat er geene juweelen noodig waren, dat de enkele krans van rozeknoppen, met kunstige losheid er op geworpen, grooter sieraad leende aan ’t zachte gelaat dan de rijke diadeem prijkend in het kapsel van de Princesse-Royale.

Terwijl hij naderde, werd zij aangesproken; hij herkende nu ook de stem waar hij de trekken had herkend, Lucienne d’Arcy stond nevens hem!

Lucienne d'Arcy, het verjongde beeld der Koningin Maria de Medicis, eene zachtere en betere vrouwennatuur dan de eigenbatige, de hoogmoedige, de dubbelhartige Koninginne-moeder, Lucienne d’Arcy meer dan hij zelf wist, de werkelijkheid zijner idealen, meer dan hij zelf wist, het idée fixe zijner verbeelding, zijner onbestemde wenschen. Lucienne d’Arcy, wie men het kon aanzien, dat hare gelukster niet in dezelfde mate gestegen was als de zijne.

Was het dit, dat hem meer moed gaf, dan voorheen, of meer medelijden om hem over schroom heen te zetten, of was het de zekerheid dat Honthorst niet daar was, om bij zijn overmoed