Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/42

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

—Gij, konstenaars! hebt al evenveel zorge voor uwe glorie, als wij voor de onze naar ik zie! wat mij aangaat, ik had noodig het voorwendsel van ’t portret te gebruiken, om de anderen te verwijderen, zonderling Monsignor Fabroni, die mijne opinie in dezen niet deelt, en die mijn ontwerp veeleer zou tegenwerken dan vorderen… [1]

— Ik dank Uwe Majesteit voor dit vertrouwen, en ik hoop het mij waardig te toonen, alleen… ik ben zoo min een Rubens in de diplomatie als in ’t coloriet… schoon ik geloove dat mijne nachtlichten voor hem niet wijken!

— Gij zult het wel genoeg zijn, om voor mij te doen wat ik noodig heb, en uw krachtig duister Messer Gerardo della notte! kan mij licht beter dienen dan zijn vleiend licht! sprak zij beduidend.

— Duister! Mevrouw! in het leven versta ik mij gansch niet op… fijne verwikkelingen, sprak hij ontrust.

— Hebt geene vreeze! het betreft geene fijne ontwarring eener politieke verwikkeling, maar een ridderlijken vriendendienst, daarbij rondheid, vastheid en voorzichtigheid de beste hulpmiddelen zullen wezen. Honthorst begreep, dat het tijd werd Diedrik te verwijderen, die gebleven was, ten deele uit schroom en verbijstering, ten andere, omdat hij als de gewaande dienaar van den schilder moeielijk vertrekken kon op een oogenblik, dat deze zich tot den arbeid zou zetten.

— Sinds het mijn werk niet betreft, zal ik de, vrijheid nemen mijn leerling te verwijderen, dien ik met mij genomen had om mij bij ’t schilderen het noodige aan te reiken.

De Koningin wierp even een blik op Diedrik, en sprak toen:

— Och, laat dien knaap blijven! Ik zoude mijne pages met mij gehouden hebben, zoo ik niet geweten had, dat dit den overigen hofluiden nog grooter ergernis zou gegeven hebben.

De volstrekte onbeduidendheid, waartoe die vrouw, voor welke

  1. Niemand ergere zich, dat Maria de Medicis spreekt in eene taal, die eenigszins het oud-Hollandsch navolgt. Ik weet niet beter het oud-Fransch terug te geven, waarin zij zeker zal gesproken hebben. Zij alleen sprekende in de vormen van onze dagen, zou de waarheid niet nader bij zijn, en in ’t oorspronkelijk kan ik haar toch niet laten spreken.