Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/52

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

—Dat schijnt mij goede staatkonst te wezen! glimlachte Honthorst.

— Ja, maar ondanks die wolke, waarin Prins Frederik Hendrik zich hult, meen ik uit onderscheidene teekenen opgemerkt te hebben… dat Zijne Hoogheid verdriet heeft van de aanmatiging dier Heeren; en dat hij somwijlen moeite heeft om genoeg subsidie te erlangen om den oorlog te continueeren, weet ik voor zeker.

— Ik heb geen genoegzame kennis van zaken, om die onderstelling van Uwe Majesteit tegen te spreken…

— Daarbij bestaat hier te lande nog eene verdeeldheid tusschen de Calvinisten en andere Hugenoten, Remonstrantschen genaamd, als ik meene….

— Dat ik u bidden mag, Mevrouw! rakel die sluimerende twisten niet op, onze goede Stadhouder en de wijsten onder ons doen al hun best ze te vergeten.

— Ik wil ze alleen gebruiken! Een van die partijen is misnoegd wegens den onderstand, dien de Prins gegeven heeft aan den Kardinaal tegen de Hugenoten, tijdens ’t beleg van Rochelle! Het oogenblik is daar, om dat misnoegen te stillen, — laat de Prins nu de Hugenoten dienen tegen den Kardinaal. Wel overtuigd dat de tusschenkomst der Staten-Generaal en van den Prins te mijnen behoeve vruchteloos zoude zijn, vanwege den onverzoenlijken haat van den Koning en de staatkunde van den Minister, heb ik opnieuw voormalige betrekkingen aangeknoopt met de onderliggende partij in Frankrijk, en ik weet dat het getal der ontevredenen overgroot is en met iederen dag toeneemt. De dood van Chalais heeft alle grooten en edelen tegen den Koning en den Kardinaal ontstemd, en velen, veel meerderen dan ik nu kan opgeven, zouden den val van den laatste willen, zelfs al ware hij tegelijk die van den eerste!

— Mevrouw! Ik versta mij niet goed op politiek… maar is de Koning Lodewijk XIII niet uw zoon?

— Mijn oudste, ja, maar ik heb nog een anderen zoon.

— Monsieur! de broeder van den Koning, die nu Hertog van Orleans is, zeide Honthorst verwonderd, dat zij een Prins noemde, die zijn vrede met Richelieu had gemaakt te haren koste.