Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/56

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

huis, die niet langer kon aanhooren, dat men de stoffen samenbrengt, om in onze republiek discoord te stichten, dat op hare schade en de verkorting harer vrijheden kon uitloopen.

— En gij, gij, zijt niet verwonderd van die verklaring, Meester Honthorst! riep de Koningin. Honthorst haalde de schouders op en staarde verlegen voor zich.

— Dus een opzettelijk bedrog van u! en Maria’s oogen flikkerden van spijt en woede.

De schilder, die veel met Vorsten en Vorstinnen had omgegaan, wist dat hun toorn, zelfs de onrechtmatigste, nooit in zijn loop wil gestuit zijn, en zich liefst uitviert, eer men haar afbidt; die van Maria was niet onrechtvaardig, dien moest men dus bovenal die speling laten; ook antwoordde hij deemoedig:

— Ik heb schuld, Mevrouw! groote schuld, maar niet die welke Uwe Majesteit bedoelt; zoo haast het mij vergend is tot eene verklaring te komen…

— Ja! verklaar u, verklaar u: wij wachten, wij bevelen niet anders! riep Maria heftig.

— Vooreerst, Mevrouw! herinner u hoeveel malen ik uw verlof gevraagd heb om hem te verwijderen…

— Maar waartoe hem hierheen te brengen, zoo hij niet was wat hij scheen?

— Misschien zal Uwe Majesteit het vergeven, zoo ik haar alles zal hebben gezegd, begon Honthorst, nog genoeg verlegen hoe hij zijne ware bedoeling op wat gevallige wijze plooien zou voor het gehoor der Koningin.

— Dit bidde ik, Mevrouw! wil bedenken dat de zoon van zijn vader, een machtig Amsterdamsch koopman, even goede hope kon voeden op eene heusche ontvangst in dit paleis, als een mijner leerlingen… somwijlen uit den laagsten stand van ’t volk opgenomen…

— Maar juist onbeduidendheid was hier de beste qualiteit, merkte Maria aan.

— Ook zeker, had ik vooruit kunnen zien, dat deze zitting van Uwe Majesteit zoo groot verschil van onderhoud zoude opleveren met die van gisteren en eergisteren, overwaar ik had dit waagstuk niet aangevangen, zuchtte Honthorst.

De Koningin was intusschen meer bedaard geworden en had zich beraden.