Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/80

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

willen schreien van weemoed, en toch voelde ik mij de wangen kleuren van schaamte, en spijt, en nu, mijn vriend! nu kan ik mij nauw indenken, dat de vrouw, die ik verlaten heb, eene en dezelfde is met die andere, die in ’t eerst dus mijn tegenzin wekte.

— Ja, mijn beste jongen! wat zal ik daartoe zeggen! — Dat zijn komedianten-kunstgrepen, daaraf weleerlijke Hollandsch luiden met veel verstaan;… maar daarmeê de Itallaansche vorsten en vorstinnen, zonderling die uit het huis Medicis, uitnemend goed weten om te gaan, zijnde deze sinds lange voor groote tooneelspelers bekend.

— En ziet gij, Mr. Honthorst! nu, ik weet zelf niet waarom mij zulke angst, en beklemdheid overvalt, maar nu weer word ik door vreeze, en hope geslingerd, welke van die twee gestalten ik vinden zal, als ik tot haar zal wederkeeren.

— Mogelijk nog wel eene derde, die u nog meer pijnlijken indruk geeft, sprak Honthorst nadenkend, en daarom, mijn jonge vriend! waag u niet aan nieuwe proeven, aan nieuwe schokken; het is nu zoo al wel, gij zult nu reeds hebben ingezien, dat men zich in de gedaante als in het gemoedsbestaan van Koninginnen bedriegen kan, zooals in die van andere vrouwen, zoo niet meer, en dat, waren ook de hare de liefelijkste in schijn, u toch tot klein gewin zoude zijn van vreugde of goed luk gij zoudt altijd de Koningin zien als gij de vrouw wenschtet te vinden, of omgekeerd door de laatste worden aangetrokken, en afgehouden te doen wat uw plicht was, als gij noodig hadt de Koningin te treffen. Gij hebt nu konnen overzien hoe periculeus het is het hart op zoo hooge plaatse te stellen, vanwaar het laag kan nedervallen ter verbreking, wees dus wijs, en waag u niet weder aan begoochelingen, die er de rust van verstoren kunnen; het binnengaan in dit betooverd kasteel viel u moeielijk, het eischte bedrog, en mommerij, de uitgang kan gelukkig vrijer zijn en meer ruiterlijk; daar is de poort, die regelrecht op den ruimen weg naar Naaldwijk voert, neem mijn arm, ik zal u uitleiden.

— Heengaan? dat kan volstrekt niet zijn, de Koningin zou mij wachten!

— Wanneer?