Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/94

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Op mij schijnt men niet te denken voor ’t maal, lachte Diedrik, zooals straks, toen die dames haar gesprek aanvingen en voortzetten, zonder meer op mijne tegenwoordigheid te letten, dan of ik een schoothondje of papegaai ware geweest; ook was dat in ’t begin voor mij vrij onbeduidend, want het zinspeelde meest op personen en zaken, waarmede ik volstrekt onbekend was, en ik zou er wellicht niet eens naar geluisterd hebben, zoo de naam van Mademoiselle d’Arcy niet mijne ooren getroffen had als dezelfde naam, dien de Koningin mij had genoemd als dien der dame, waaraan zij het foudraal harer oorbagge ten geschenke had gegeven: dit wekte in mij eenige belangstelling; later werd die verhoogd, als gij hooren zult. Mevrouw de Sourdiac dan liet als onopzettelijk zich den naam ontvallen van Mademoiselle d’Arcy.

—Zij heeft veel goeds! hernam de Vicomtesse op een toon, die meer uitvorschend was dan stellig.

Eene wijze van kwaadspreken of liever tot kwaadspreken uitlokken, die niet enkel in de 17de eeuw gebruikelijk was.

—En ieder heeft goedheden voor haar, van de Hollandsche heeren af tot op de Koningin toe; de laatste vooral behandelt haar met eene zachtheid, eene toegevendheid, die waarlijk bevreemdt…

— Dat moest u toch niet bevreemden, mia cara! die de verhouding kent van de Koningin tot Mademoiselle d’Arcy zoo goed als ik.

Si, si! ik ken die verhouding, maar dat is nog geene reden voor deze, om dat meisje alles te veroorloven.

— Zij veroorlooft haar niet alles, en wel het minst datgene, waarin zij het meest wenschen zou vrij te zijn.

— Ik verzeker u, zij weet vergoeding te nemen voor dien lichten dwang; zij houdt bijna den rang van eene Vorstin onder ons, en zekerlijk zij voert er den toon van…

—Mij integendeel hindert altijd hare gemaakte zedigheid en overdreven schuchterheid; zij gaf mij veeltijds het denkbeeld van eene die zich als slachtoffer laat medevoeren.

— Een fraai slachtoffer, dat eigenlijk alles beheerscht; hare gansche houding is aanstelling en verkropte trots, vooral sinds zij een prins als de Landgraaf van Hessen aan hare voeten ziet.