Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/38

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

nalatenschap harer oud-tante, al blijkt de wetgeving zulke rechten lager te stellen dan de luim eener knorrige, oude vrouw, die de behendigheid heeft gehad een onaantastbaar testament te maken.

Gij ziet, Willem! dat ik nog in ’t geheel niet verzoend ben met de beschikkingen van tante Roselaer, maar ’t is ook ergerlijk voor iemand, die een ingeboren gevoel van billijkheid heeft en een hart, dat — ja, ik mag het hier zeggen, — dat op de rechte plaats zit, om de exécuteur des hautes oeuvres te zijn eener ingeroeste familieveete. En toch, zoo vaak ik de opwelling in mijne chevalereske gevoeligheid — die gij mogelijk romaneske zwakheid zoudt noemen — heb bekampt met de nuchtere, klare beschouwing der feiten, komt het mij voor, dat ik mij niet onttrekken mag aan dien plicht, en dat de nood mij is opgelegd, het aan. gewezene te volbrengen, liever dan lafhartig de handen te laten zakken en alles over te laten aan den notaris-executeur, een uiterst braaf man, ik wil ’t gaarne gelooven, maar zoo punctueel op de letter van de wet, dat hij geenerlei menagementen zou gebruiken, noch van verzachtende maatregelen, noch van uitstel van executie zou willen hooren; en dat alles staat ten minste nog in mijne macht, als ik het lastig baantje niet moedwillig laat varen.

Een enkel geval kan zich voordoen, waarbij mij hel koninklijk prerogatief is toegekend, om gratie te geven, namelijk: als het huwelijk doorgaat; maar ik begin te vreezen, dat er hinderpalen bestaan, die iemand van mijn karakter met den besten wil der wereld niet kan overstappen; dan ik wil geregeld vertellen en niet beginnen met hetgeen wellicht het einde zal moeten zijn. Ik ga u mijne indrukken en ontmoetingen mededeelen dag voor dag zooals ze mij zelf toegekomen zijn, te beginnen met mijn bezoek bij den notaris van Beek op den 28sten Maart. De waardige fonctionaris is een klein, mager persoontje, met een naturel op, en een paar kleine, levendige oogen, die met zijn fijnen, langen neus en de dunne lippen van den toegeknepen mond het perfect model levert van een slim, capabel, maar onverbiddelijk wetgeleerde. Hij ontving mij eerst in zijn kantoor, in zijn klassieken armstoel gezeten, met zijn grijs huisjasje en statelijke witte das, die zijn dunnen hals met onverbiddelijke wreedheid omwrong, Ik had hem wel lucht willen bezorgen, zóó greep het aanschouwen van die beklemming mij aan, maar hij zelf