oprechte vriend was. Gij zult al uwe dwaasheden van dezen dag niet bekronen met een tweegevecht om eene zoo opzienbarende reden, en als onder het oog des konings. Ik zou u den degen moeten afvragen, fluisterde hij hem in, terwijl hij hem onder den arm nam. Ik dank u, Varennes, voor deze waarschuwing; ik heb mijne vrijheid hoog noodig, sprak De Feuquières, terwijl hij zich door dien dwang liet wegvoeren, ten minste tot…
— Op den dag van uw huwelijk, niet waar, mijn heer de Fat, riep men hem na.
— Als hij niet rijp is voor Bicêtre, dan is hij het voor de Bastille, sprak St. Ruth, hem medelijdend naziende.
De tooneelspelers van het hotel de Bourgogne en die van de straat Mazarni na den dood van Molière tot een troep vereenigd, welke zich bij uitsluiting de koninklijke mocht noemen, gaven te Parijs in de nieuwe zaal in de straat des Fossez, voorstad St. Germain, eene voorstelllng van den Misanthrope. Clarice de Pharsin woonde die bij, in gezelschap van de markiezin weduwe Rassant, eene nabestaande van den graaf de Feuquières, begeleid door den graaf zelven en door den kolonel de Pharsin. Wel scheen Antole niet opgeruimd maar hij was met meer verstrooid, hij was vooral niet de willooze automaat van den vorigen ochtend; er lag op zijn voorhoofd eene vastheid en eene kalmte die bewezen dat hij eenig besluit had genomen dat hem moed gaf om zijn lot te dragen, of een middel om het te verbeteren. Hij was niet spraakzaam, hij zeide geene aardigheden, maar hij gaf juiste en voldoende antwoorden op alles wat men hem vroeg, en hij luisterde telkens, zoo vaak Clarice tot hem sprak, en dat was veel, want de schoone had zeer fraaie tanden… eene reden om onophoudelijk te snappen en te lachen. Ook had zij de voldoening om de meest opgemerkte vrouw te zijn uit den ganschen kring, minder om hare schoonheid en om haar welgekozen toilet, dan wel om het gedrag