Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/129

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dat er nog voor de goede Katholieken gedaan eas; hrt ongenoegen van den Paus dat er niets tegen de ketters ondernomen werd, de verplichting die er op haar rustte om aan de verwachting van den Heiligen Stoel te voldoen, en meer dergelijke onderwerpen, in zoo sterke bewoordingen eu met zooveel geestelijke welsprekendheid, dat het dweepzieke gemoed der Koningin er ten sterkste door ontroerd werd, zoodat er tranen aan haar oog ontwelden; tranen, waarover zij bij elk ander zoude gebloosd hebben, waarvan ook de Bisschop.Kanselier alléén getuige had moeten zijn, en die voor een tweeden, ongeroepen toeschouwer hoogst gevaarlijk konden worden. Ook huiverde ridder Benefield van angst, toen Maria, met de eene hand de gordijn wegschuivende, waar achter hij zich verborgen had, met de andere Gardiner wenkte om heen te gaan, terwijl zij zeide: »Ik zal er over nadenken, Mylord! Zend mij mijn biechtvader; ook zijn raad wil ik hooren.”

De Lord-Kanselier verwijderde zich.

»Gardiner, Gardiner!” mompelde de Koningin, »bij uwe verwijtingen rekent gij er op, dat ik slechts eene vrouw ben; tot mijn vader zoudt gij dat alles niet gezegd hebben. En hij” — hier bracht zij de hand aan het hart — »mijn Eduard! zoude nooit zóó tot mij kunnen spreken. Ik moet een Koning tegen dezen priester over stellen!”

En zij rukte driftig de gordijnen geheel open; zij voelde zich afgemat, zij wilde het moede hoofd op de donzen peluw nederwerpen… daar ziet zij Benefield, die in zijn doodsangst de hand krampachtig aan het gevest van zijn degen klemt; haar oog valt op dit wapen, en zij treedt terug met den uitroep:

»St. Katharina sta mij bij! Een moordenaar, verraad!”

Op dezen kreet keert de Kanselier terug: »wat wilt gij van mij, mensch!” vervolgt de Koningin tot den ridder, die aan hare voeten was nedergevallen, buiten staat een woord te spreken.

»De… Graaf… My…lord Cour…te…nay,” stamelde hij eindelijk.

»Stel u gerust, Mylady, dat is de ongelukkige ridder Benefield!” sprak de Kanselier gevat. »Laat hem van hier gaan zijn verstand is gekrenkt.”