Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/160

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

overschreed; want zij wist niet, dat Chandos in hevige gemoeds beweging door een venster. van het bid vertrek in den tuin gesprongen was. Zij zoude nog verder gegaan zijn; doch de dommelige slaap, die reeds in zóó menige onrust verzachting bracht, ruischte met zijne bedwelmende wieken de laatste klanken van haar zelfverwijt weg, en zij sliep op haar zetel in.

Ook Courtenay, de overgelukkige minnaar, die het bijzijn zijner aangebedene te gemoet ging, vergat voor eene poos hoop en vrees, verwachting en zorg; want ook over hem klepten die tooverwieken, en hij sliep. Zelfs Darley, de verrader, maakte eene uitzondering op die van zijn gild, want ook over hem spreidden zij zich uit, die onweêrstaanbaar machtige vleugelen; en hij sliep mede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Op eens stegen dikke rookwolken omhoog; blauwachtig zwart verhieven zij zich uit het zuidwestelijk gedeelte van een adelijk huis aan het Strand, en verspreidden zich met dwarrelende kringen in de lucht, als zoovele fantastische spoken, die in het uitspansel ronddansten. Toch niet sneller volgt bij hevig on weder een schorre donder den schichtigen bliksem op, dan hier flikkerende vuurtongen uit den valen schoot van den nevel voortschoten.

Uit vensters, welker kostbare ruiten knetterend wegspatten, verhieven zij zich van achter muren, die eeuwen hadden kunnen tarten, schoten zij voort; door de glinsterende dakpannen boorden zij zich heen, en ze voerden met goud en zilver door stikte zijde en sierlijke stoffen als afgerukte flarden met zich hoog in de lucht, totdat deze, gebrand en geroost, weder als tondel op de aarde nederstoven.

En de nacht was zeer duister.

En de vlammen alléén verlichtten de verwoestingen die zij aanrichtten.

En er heerschte eene doodsche stilte rondom.

Uit een wijden doortocht, dien de vlammen zich gebaand hadden op de eerste verdieping, bruischte een stroom van kokend zilver, bij het smelten met goud, brons en koper vermengd, in den prachtigen bloemtuin neder, en vormde daar eene zeldzame