Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/176

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

die haar de gelegenheid vrijlaat om zich bij ons te voegen, zoodra er een kans van zegepraal is, Haar minnaar verwierp alles met eene schijnbare minachting, Maar hij is meer een romaneske minnezanger dan een staatsman, en zijne schoone zal hem over gehaald hebben, eer hij het zelf vermoedt. Laat ons hun zekerheid geven van het welslagen, en zij zullen ons ondersteunen met al wat hun ten dienste staat.”

»Nu wordt mij alles helder!” riep Darley, »en nu weet ik, waarom de Graaf die zonderlinge mannen wegzond met een wenk van verstandhouding. Ja, bij den hemel, wij hebben hem niet zóó kunnen omsingelen, of hij heeft nog zijn eigen duisteren weg weten te gaan.”

»Wat zegt gij?” vroegen Gardiner en Benefield te gelijk.

Toen verhaalde de page hun het gebeurde op Sterny-House, sprak van zijne vermoedens, van het liedje der plunderaars, waarin Wyatts naam genoemd werd, en van de vreemde omstandigheid dat Courtenay en zijne zuster, zonder eenige wanorde in hunne kleeding, midden in den nacht met gewapenden een bedaard gesprek hielden, terwijl hun vaderlijk huis in volle vlam stond.

»Wij hebben niets meer noodig,” sprak de Kanselier. »Ik kan nu het geheele geheim van dezen zwarten aanslag zoo klaar en geleidelijk ontcijferen, als een goed middeleeuwsch handschrift.... En is fie lichtzinnige Graaf daarop rustig naar Ashridge gereden?”

»Niet zoo terstond, maar toch in den ochtend. Arundel is bij hem, zij kunnen reeds daar zijn.”

»Luistert nu, heeren, en dat ieder zijne taak wel bevatte. Gij, Benefield, houdt u onder vermomming hier. Hebt gij de beurs?”

»Hier is zij, Mylord?”

»Juist, aan deze zijde de E en aan de andere haar geliefkoosd devies: Semper idem (altijd dezelfde). Bewaar dit tot op het beslissende oogenblik; zijn uwe lieden voorbereid en onder ons bereik?”

»Zij zullen bij de eerste oproeping verschijnen.”

»’t Is wel, ik heb verder niets voor u. — Darley, wanneer kan de Graaf terug zijn?”

»Morgen ten vier ure verwacht men hem te Whitehall. ’t Is