Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/180

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

leefde, dat Elisabeth nog weifelde tusschen de nieuwe leer der Hervorming en de oude vormen van het Katholicisme. En inderdaad bewaarde de Vorstin doorgaans eene voorzichtige onzijdigheid, die beide partijen in hun voordeel uitlegden, hoewel , de schrandersten onder de Katholieken zich hierdoor niet lieten blinddoeken; zij kenden haar, zoo al niet uit hare daden, dan toch uit hare opvoeding en hare vrienden.

»Geertruid, Geertruid!” sprak de Vorstin berispend, »kunt gij dan nooit de Roomschgezinden noemen zonder schimptaal. Eerbiedig het gevoelen van anderen, zoo gij wilt dat zij het uwe zullen eerbiedigen. En zou het dan zoo onmogelijk wezen, dat de onzichtbare band, die ons aan een geliefd wezen hecht, tevens als een onstoffelijke geleiddraad ware, waardoor een voorweten dat den één onheil dreigt, snel en zeker op den andere wordt overgebracht? Zou het niet… dan ik hoor, dunkt mij, dicht achter ons het getrappel van paarden. Laat ons schielijk van hier gaan, het kon Sir Thomas Pope, of John Gage zijn, die ons van wege het hof bespieden; zij zijn er in lang niet geweest. Kom spoedig! ik wil hen hier niet aantreffen.” En zij trok de voedster driftig met zich voort.

»Daar uwe Genade toch zooveel aan voorgevoel hecht, ” zeide deze omziende, »moet ik u zeggen dat zij zich ten minste heden verzekeren kan, of het al dan niet bewaarheid wordt, want het is Sir Thomas niet, maar een ander, meer welkom bezoek. Neen, schrik zoo niet, liefste Lady, versnel niet uw stap: het is waarlijk de Lord van wien wij spraken.”

»Courtenay!” riep Elisabeth, die onwillekeurig het hoofd om wendde; doch ziende dat hij niet alleen was, verborg zij met hare gewone zelfbeheersching den glimlach der vroolijke verrassing onder eene ernstige waardigheid.

Toch bleef zij staan.

Het was werkelijk de Graaf van Devonshire met Lord Arundel en een klein gevolg. Ook zij herkenden nu de Prinses. Na eene korte woordenwisseling, die Hendriks dochter met een kloppend hart gadesloeg, stegen zij af, lieten de bedienden met de paarden ter zijde gaan, en naderden nu de jeugdige Vorstin. Arundel trad vooruit, en de knie buigende, sprak hij: »Ik kom u eene hulde brengen, Mylady! die mijn hart u reeds lang heeft