Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/184

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Gezamenlijk in dat gedeelte van het slot gekomen, waar wij de Vorstin bij den aanvang van ons verhaal vonden met hare vrouwen, werd haar door Courtenay de boodschap van Maria medegedeeld. Zij wilde niets beslissen, voordat zij hem onbespied gesproken had; daarom wendde zij voor, zich op een antwoord te zullen beraden, dat zij schriftelijk zoude mededeelen. Arundel zoude zich met dat geschrift belasten.

De koele, deftige toon werd nu allengskens afgelegd; zelfs Devonshire, die het meest leed onder de gestadige waakzaamheid over zijne woorden, begon zich vrijer te gevoelen, en toen zij eindelijk plaats namen aan eene eenvoudige, doch goed voorziene tafel, wist Elisabeth, door ongezochte, geestvolle scherts en door schrandere opmerkingen, die het vernuft van anderen uitlokten, of door kleine vleierijen, die zij onder beiden gelijkelijk verdeelde, het gesprek zoo levendig te houden en te veraangenamen, dat Arundel, verrukt en betooverd door haren vertrouwelijken omgang, recht uit den grond van zijn hart het onmogelijk noemde, dat de Koningin hare zuster leerde kennen, zonder haar te beminnen. »Ik druk het u op het geweten, Mylord Courtenay!” voegde hij dezen toe, »dat gij deze parel niet langer aan het hof onthoudt; het kost u bij onze genadige Koningin niets dan een verzoek.”

De Graaf glimlachte flauw en zuchtte; hij kon zich niet vereenigen met het uitgesproken gevoelen; hij wist te goed welke bergen zich nog verhieven tegen de gewenschte toenadering van die twee vrouwenharten; en hij had buitendien nog zooveel te dragen, nog zooveel dat hem ontrustte. Zijne mindere opgeruimdheid werd door Elisabeth en Arundel toegeschreven aan den schrikkelijken nacht, dien hij ten huize zijner zuster had doorgebracht, en aan de bekommering over hare ongesteldheid; want hij had hun beiden alles medegedeeld, zonder echter, zooals men denken kan, van de vermoedens te spreken, die hem juist het meest beangstigden.

Na den maaltijd, toen Sawers zich met de andere bedienden verwijderd had, stonden de Barones Hokarth en Miss Mary, die aan het einde der tafel mede aangezeten hadden, op, en verlieten het vertrek. Nu sprak Arundel van de noodzakelijkheid om hun gevolg, dat hen in de herberg van Ashridge wachtte,