Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/185

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

eenige bevelen te geven, en nam, tot groote vreugde der ge lieven, die taak op zich.

Vooraf echter zeide hij fluisterend tot de prinses:

»Gebruik dit uur met uwe gewone schranderheid, Mylady! en gij hebt u den aanstaanden Koning van Engeland gewonnen: die kleine toegevendheid met den handschoen was reeds een meesterstuk!” Daarop liet hij beiden alleen.

»Elisabeth, welk eene marteling!” riep Courtenay, terwijl hij naast haar plaats nam, »zóó met u samen te zijn, is mij meer ergernis dan genot!”

»Denk liever aan het voorrecht van dit oogenblik,” antwoordde zij, en streek zachtjes de zwarte lokken langs zijn schoon voor hoofd op zijde. »Doch het komt mij voor, Graaf, dat u meer kwelt dan de onrust van een enkelen nacht! Uw voorhoofd gloeit en uwe wangen zijn bleek, en ik zie u niet tegen mij glimlachen zoo als vroeger. Courtenay; waarom ziet gij mij nu niet vroolijk aan? Foei, schaam u, er waren straks oogenblikken waarin ik, ondanks mij zelve, om u lachen moest; gij zaagt er soms uit als iemand die medespeelt in eene moraliteit [1] en zijne rol vergeten heeft. Gij weet u zelven ook niet in het minste te bedwingen!”

»O, Elisabeth, Elisabeth! riep hij smartelijk, »gij zoudt niet gezegd hebben dat ik mijzelven niet weet te bedwingen, zoo gij mijne geschiedenis van de laatste dagen gekend hadt! Uw naam werd miskend en ik moest zwijgen! Zwijgen, terwijl het bloed in mijne aderen kookte! Men heeft beschimpend van u durven spreken, en ik heb moeten glimlachen tegen haar die de lastering uitsprak! Berekent gij het lijden van dien enkelen glimlach? Beseft gij wat het zeggen wil onbewogen te schijnen, terwijl iedere klopping van het hart hoorbaar is, en de ademhaling niets meer is dan een afgebroken hijgen? Of onverschillig te schijnen, terwijl opgekropte woede een traan van spijt uit het oog perst? Is er iets dat meer pijn doet, dan te moeten schertsen als de ziel verscheurd wordt? Zijn er ooit te Tyburn

  1. Godsdienstige en mythologische tooneelopvoeringen, in den smaak der Fransche moralités en soties, werden onder Maria’s regeering geduld; en zelfs ten Hove opgevoerd.