Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/202

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

u is alles duister en doodsch: met u alles licht en zaligheid! Ik aanbid u naast de Godheid die mij hoort, naast de Heiligen die mij beschermen! Zie. uwe Koningin ligt aan uwe voeten; spreek een enkel woord en zij is uwe slavin, en zij zal roemen in haar geluk! Maar geene beleediging meer, wat ik u bidden mag! Om uw zelfs wil, geene beleediging meer! Het is eene leeuwin die gij tergt, die in u hare eigene ingewanden verscheuren zou.”

Courtenay was de man niet, die onbewogen kon blijven bij de tranen en klachten van eene vrouw, waaraan hij zooveel te danken had, of om koel te zijn bij eene bekentenis, met zooveel hartstocht uitgebracht. Dan, het afgrijselijk schouwspel lag hem nog te diep in het geheugen om met innige deelneming op haar te kunnen zien; en de minnaar van Elisabeth kon slechts flauw getroffen worden door de smart van Maria. Toch hief hij haar met kalmen eerbied op, terwijl hij met meer zachtheid zeide:

»Zoo gij mij waarlijk bemint, Mylady! waarom dan in mijn afwezen lieden, die ik bescherm, zoo bloedig vervolgd?”

»Gij weet niet hoe schuldig mij die man werd voorgesteld; gij weet niet welke zijne misdaad is! Staat gij mij dan niet toe, mijn leven en de rust van mijn rijk te beschermen? Beiden zijn in gevaar. Er bestaat tegen beide eene uitgebreide samenzwering. Het zijn Lutheranen en andere ketters, die deze gesmeed hebben en tot uitvoering zullen brengen, en mijne zuster, mijne afschuwelijke zuster! die getracht heeft mij te blinddoeken met een brief vol gehuichelde onderwerping, staat aan het hoofd van dit schandelijk komplot! Mijn getrouwe Kanselier, dien gij mis kent, heeft alles ontdekt. Daar, lees zelf.” En zij wees hem eenige der papieren aan, welke Gardiner had laten liggen.

»Elisabeth aan het hoofd der samenzwering? Dat is een verzinsel, eene verfoeielijke leugen! Zij is de reinste, heiligste en onschuldigste van alle vrouwen! Zij de rust des rijks verstoren? zij, die zelfs uwe onzusterlijke tirannie geduldig draagt, slechts vertrouwende op God en hopende op betere dagen!”

»Bij St. Katharina! Graaf van Devonshire! gij vergeet dat gij iemand verdedigt, die ik u als hoogverraderes aanwees!” riep Maria in woede.