Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/207

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

raadzaam is, hunne trouw jegens Uwe Majesteit in verzoeking te brengen. Slechts na eene gestaafde beschuldiging zullen zij hem laten zinken.”

De Koningin rukte van ergernis haar paarlsnoer los, zoodat de kostbare kralen als schitterende hagel nedervielen.

»Indien ik Uwe Majesteit stellige bewijzen in handen gaf, die hem schuldig spreken aan Wyatt’s verraad?”

»Gij zoudt mijn goede engel zijn!” riep de Koningin, en voegde er in één adem bij: »Maar waarom mij dan niet vroeger gewaarschuwd? Waarom mij prijs gegeven aan den duivel, die mij betooverde en mij krankzinnig maakte?”

»Eerst heden verkreeg ik zelf er de zekerheid van. De kleine Darley, zijn page, heeft met jongelings onbedachtzaamheid ge. snapt. Benefield, dien zijne list wist te verwijderen, kon met zekerheid zeggen dat de Graaf reeds op den dag na zijne bevrijding eene misdadige samenkomst met Elisabeth had, dat zij beiden toen reeds met Wyatt die godtergende samenzwering ontworpen hebben. De arme Benefield heeft wel altijd gepoogd Uwe Majesteit te naderen, om haar alles te ontdekken, dan vergeefs; de groote vooringenomenheid…”

»Geen woord daarvan, Mylord.”

Zijne laatste poging mislukte, zooals Uwe Majesteit zich herinneren zal, gedeeltelijk door mij en door mijne onbekendheid met zijn geheim. Het was Courtenay zelf, die waarschijnlijk eene verdachte bijeenkomst had met dien ketter, dien Bea… ”

»Zwijg van dat alles; ik wil dien Darley en dien Benefield zien.”

»Zij wachten in de voorzaal. En nu nog iets mijne dierbare meesteres! Veroorloof een getrouwen onderdaan, ik durf het zeggen, een waren vriend, den eenigste, die u vroeger tegen den huichelaar waarschuwde, een ernstigen raad. Het volk heeft zich ongelukkig zekere ongerijmde denkbeelden omtrent den onwaardige in het hoofd gezet, en Uwe Majesteit heeft zich nooit verwaardigd ze op eenigerlei wijze te weêrspreken…”

»Welnu?”

»De menigte, die nooit doordringt tot het wezen der zaak en een opgevat vooroordeel niet licht varen laat, zal in de recht-