Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/243

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Herkent gij dit voorwerp als het uwe, Graaf?”

»O mijn God! ” zuchtte Courtenay.

»Neem dan uw eigendom terug, Mylord,” hernam. Gardiner met een boosaardigen glimlach. »Het moet u smartelijk gevallen zijn zulk een pand te missen: men kan zien dat het opzettelijk door de Lady voor u vervaardigd is. — En gij, vriend hoe kwaamt gij in het bezit van dit voorwerp? Zijt gij een straatroover, hoe zijt gij dan Tyburn ontloopen?”

»Bij St. Dunstan! genadige Lord-Kanselier, beurzensnijder is mijn handwerk niet, en deze heeft die graaf dáár, mij zelf gegeven; . zij. was toen vol goede goudstukken. Ik had daarvoor niets te doen, dan het devies aan Sir Thomas Wyatt, mijn meester, te toonen en hem te zeggen dat hij verwacht werd.”

»Waar is dat voorgevallen?”

»Op St. Lukas, in het bosch van Ashridge, waar ik dezen Lord ontmoette.”

»En waar vondt gij Sir Thomas Wyatt?”

»In eene pachthoeve, op eenigen afstand van den heerweg. Ik wist dit, want, met verlof gezegd, was ik toenmaals in zijn dienst. Ik wil dit alles bezweren en mijne kameraden hier kunnen de waarheid er van bevestigen.”

Men ziet dat de man zijne les goed onthouden had; ook zag zijn leermeester, Benefield, met zelfvoldoening in het rond.

»Dat is onwaar, volstrekt onwaar!” riep Courtenay hevig. »Die lieden zijn omgekocht. Men heeft mij deze beurs met geweld ontroofd. Ik zweer dat alles valsch is!”

»Evenzeer misschien, Mylord, als dat gij Wyatt te Ashridge gezien hebt. Want zie, het blijkt uit een brief van hem zelven, dat hij u daar heeft ontmoet.”

Hij hield hem Wyatts brief aan Suffolk voor.

Nog had Courtenay niet allen moed verloren; nog verdedigde hij standvastig zijne onschuld,

»Men heeft die bewijzen tegen mij met overleg bijeengebracht. Welaan, zoo ik geweigerd heb te erkennen den verrader Wyatt bij dat bezoek gezien te hebben, dan was het omdat ik de moeielijkheid inzag van u te doen gelooven aan onzen afkeer, om tot zulk een schandelijk doel gemeene zaak te maken met een man als deze; ik vreesde dat mijne woorden niet krachtig