Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

opgegroeid met een troon of een schavot als onvermijdelijke uitkomst voor oogen; die zich bij al de vier, hare moeder ver vangende vrouwen van Hendrik VIII, hoe uiteenloopend in karakter en levenswijs, had weten bemind te maken, zóó zelfs dat de verstooten Anna van Kleef en de nieuw gekroonde koningin elkander haar bijzijn betwistten, meer nog dan het bezit des konings. Een bewijs dus in hoe hooge mate zij de kunst machtig was om zich te doen beminnen waar zij wilde: een meisje, dat tijdens de minderjarigheid van haar broeder Eduard de gunst des Protectors en die der koningin-weduwe tevens had weten te behouden[1], wat moest het niet zijn, wanneer zij een maal in ernst besloot zich eene partij te maken? — zij, die aan doordringende schranderheid en fijne staatkunde eene aanminnigheid en een innemend voorkomen paarde, dat haar de halve mannelijke wereld zoude toevoeren! Godsdienst, staatkunde en persoonlijke gevoeligheid vereenigden zich dus bij Maria, om haar te doen overgaan tot Elisabeth ’s verwijdering en het ontnemen van geldelijke voordeelen, bij wier gemis zij als door een drukkend gevoel van onmacht zoude gebonden zijn, en het mag veeleer bevreemden, dat eene vrouw, die later om mindere belangen zooveel kostbaar bloed deed stroomen, zich in dezen met zooveel gematigdheid gedroeg.

Men vergeve mij deze uitweidingen, waaraan ik mij heb schuldig gemaakt, om mijne lezers te stellen op de hoogte,

  1. De broeder van den Protector, Thomas Seymour, Admiraal des Koninkrijks en zwager van Hendrik VIII, door Johanna Seymour, voedde eerzuchtige plannen die delen (den Protector namelijk) grootelijks verontrustten. Om ze te ondersteunen en, zoo men wil uit gloeiende liefde die hij nooit heeft kunnen overwinnen, had hij Elisabeth ten huwelijk gevraagd, vóór zij haar veertiende jaar bereikte. Haar antwoord, hoewel weigerend, was een meesterstuk van staatkunde en goed overleg, zoodat de admiraal zich noch beleedigd achtte, noch hoop voeden kon. Daarop wendde hij zich met hetzelfde aanzoek tot de koningin-weduwe, Catharina Parre, waar hij spoedig een gunstig gehoor kreeg, zoodat hij haar vier of vijf maanden na Hendriks dood gehuwd heeft. Kort daarna barstte er een hevige twist los tusschen de beide broeders, en het is opmerkelijk dat onze prinses zich in dezen met zooveel behendige waardigheid en voorzichtigheid heeft gedragen, dat zij de vriendschap der koningin evenzeer bleef behouden, als de hoogachting des Protectors en van den Admiraal.