Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/267

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

blikken op het kistje; de monnik was een Franciskaner, en het bevatte waarschijnlijk opgebedelde gelden voor zijn klooster; doch toen hij hen scherp aanzag, keerden zij het hoofd af, gelijk eene kat zich van de begeerde prooi afwendt.

»Hier is gezelschap, Sir! en vuur, Sir! Een warme haard is altijd wenschelijk, Sir! al is men slechts nat van een zomerregen!” Met deze woorden leidde de herbergier een vreemdeling binnen, die bij zijne hoogst eenvoudige kleeding iets zoo gebiedends in zijne houding had, dat de meester des huizes hem gerust dien titel durfde geven, ook al was hij zonder bediende aangekomen.

De vreemde nam zwijgend plaats ter zijde van den schoorsteen tegenover den monnik.

»Geef mij een beker sack, master,” zeide hij, ziende dat de andere op eene bestelling wachten bleef.

Toen hem het gevraagde gebracht was, en hij den kastelein daarvoor een goudstuk had toegereikt, meende deze den titel te moeten verbeteren, en noemde hem Mylord.

De vreemde glimlachte en zag zwijgend voor zich.

Niet alzoo deden de overige gasten, wier luide gesprekken slechts eenige oogenblikken gestoord waren geworden.

»Ja, waarachtig!” riep een hunner, met verheffing van stemt, »ik ben in die dagen te Londen geweest. Ik zeg u dat de intocht van de Koningin met haar gemaal zoo prachtig was als dat behoorde. De Koning is niet leelijk voor een Spanjaard, maar steil als een lansstok en wat stroef van uitzicht.”

»Nu, Goddam! zooveel te beter past hij bij de Koningin!”

»Juist, die anderen zouden een beter paartje gegeven hebben, hé!”

»Wie van u heeft den Koning te Hamptoncourt zien eten?” Allen zwegen.

»Ik!” zeide toen met veel gewicht een eerzaam burger, die tot hiertoe niet veel gesproken had. »Het was wel aardig te zien, hoe die Spaansche en Vlaamsche heeren moesten achterstaan en de Engelschen alleen hem bedienden.”

»God zegene Oud-Engeland!” riepen sommigen. »Philips moest de Spanjaarden maar met de schepen teruggezonden hebben.”