Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/452

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Ik was voorzichtig genoeg om te spreken van de groote verantwoording, die zij op mij legde en van de groote bezwaren, die eene Vorstelijke gevangene aanbrengen moest in het huis van een burger. »Wat het eerste betreft, ik vertrouw uwe nauwgezetheid, en uw leven waarborgt mij voor het wel bewaren uwer gevangene, en wat het overige betreft, gij zijt rijk en gij geniet bij uw handel onder onze regeering voorrechten, die anderen met groote opofferingen zouden willen koopen. Verder moest ik het niet laten komen, zelfs niet om geen argwaan te wekken. Ook zeide ik met oprechtheid, dat ik beantwoorden zoude aan het vertrouwen van mijne Koningin, en dat ik mij te harer liefde en in het belang van Lady Maria Gray gaarne zwaardere offers zoude getroosten, slechts bad ik eenige dagen uitstel, om mijn huis voor zoo hoog eene gast te kunnen inrichten. Dit was juist het woord waardoor ik het schriftelijk bevel verkreeg voor den luitenant van den Tower, om uwe Ladyschap terstond in mijne handen te stellen. Hoe ik mij gehaast heb daarvan gebruik te maken, heb ik niet noodig te zeggen, slechts moet ik nog mededeelen, dat de Koningin mij de belofte afperste, u niet den prijs der diamanten in handen te stellen dan met hare voorkennis, eene belofte, die ik te lichter konde afleggen, daar ik Mylady in mijn huis geen enkelen wensch onvervuld zal laten, die door goud kan worden voldaan.

»Mijn vriend! mijn edele vriend! riep de jongeVorstin, »o! zeker ik zal bij u zijn als in het huis van een vader, en ik zal mijne vrijheid te nauwernood missen.”

»En ik, ik mag voortaan ook uw gevangene zijn?” sprak Martin Kay met een glimlach.

»Hola! neen, Master Martin! ik heb het oogmerk niet, dus strijdig te handelen tegen den wil der Koningin, mijn geweten zelfs zou er mij geene vrijheid toe laten, om de nieuwe gevaren. die het brengen kon over uwe hoofden. Ik heb een ander voorstel aan u, Martin Kay, en dat eene betere uitkomst waarborgt, en dat slechts van uwe zijde wat geestkracht eischt en een mannelijk besluit.”

»Gij zijt zoo wijs als edelmoedig, Sir Thomas en wat gij voorschrijft zal ik volgen, al kost het ook een offer.”

»Gij moet Engeland verlaten voor eene goede poos. De Ko-