Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/59

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Ware er slechts eene zitplaats hier!” riep eene der vrouwen.

»De mijne,” sprak Maria haastig; en men hielp den bezwijmde op den vorstelijken zetel.

»Ja, zoo is het goed,” spotte Arthur tot zijn slachtoffer. »Hij zal dien toch welhaast voor altijd innemen.”

Met eene wanhopige poging om zich van den kwelgeest te verlossen, was Benefield nader gedrongen tot in den kring nabij Devonshire, en de uitdrukking vin kwaadaardigen spot, waarmede hij op dezen neerzag, was bij de algemeene ontsteltenis zóó in ’t oog loopend, dat zij der Koningin in al haar angst niet ontging.

»Paësilio! waar is Paësilio? Gij, stugge roerdomp, komt gij dan niet eens op het denkbeeld om ons den dokter te roepen?” voerde zij Benefield toe. Deze week ontzet terug en wilde gaan, doch verscheiden anderen waren reeds heen gesneld. Juist kwam de Kanselier terug, Hij voelt zich ter zijde schuiven met eene ruwheid, die slechts door den drang van het oogenblik kon ver ontschuldigd worden, want de man, die dit doet, is Paësilio, de lijfarts. Men oordeele over Gardiners verwondering bij het zonderling tooneel, dat zich voor hem opdoet. In den armstoel der Koningin zit, of liever, ligt de Graaf Courtenay, doodsbleek, met gesloten oogen, met binnenwaarts getrokken lippen; het hangend hoofd rust op den arm van Maria, die zich deze moeilijke houding getroost, terwijl zij met diepgaanden angst op zijne doodsbleeke trekken staart; daarnevens enkele dames en hovelingen, zich beijverende om door vlugzout en reukwerk de gezonken levensgeesten weder op te wekken, terwijl de overigen in verwarring die groep omsingelen.

Hij behoeft niet meer te vragen. Hij begrijpt die plotselinge onmacht, hij doorgrondt er de reden van. Evenals ons, is het hem zekerheid, dat de Graaf sedert zijn vertrek uit den Tower rust noch verkwikking genomen heeft, zoodat uitputting en onthouding, gevoegd bij de schokkende aandoeningen, die zijn ge moed geslingerd en verontrust hebben, hem naar lichaam en ziel in eene soort van koortsachtige overspanning brachten, welke op het oogenblik dat de Koningin hem het. laatste blijk harer gunst schonk, het hoogste toppunt bereikte en zijne physieke en moreele krachten het evenwicht deed verliezen.