Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/83

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

doen, opdat de verzoeking van mij ga. Zij deed het, doch de verzoeking week niet. Na drie dagen stuwde dat onverklaarbaar haken naar het geheimzinnige en vreeselijke, dat ons in kille huivering genot belooft, haar naar Westminster-Church voort. Op de bekende plaats vond ze de verschijning niet. »Hij zal niet terugkomen,” dacht zij, en gevoelde teleurstelling en een oneindig verlangen in hare borst opwellen. Zij wachtte en bleef wachten, totdat de dienstjuffer haar aan vertrekken herinnerde. Drie, vier dagen herhaalde zij hare avontuurlijke bedevaarten door telkens driftiger verlangen voortgezweept, te vergeefs. Eindelijk op den vijfden dag, terwijl alles in haar brandde en gloeide, wierp zij zich bevend en afgemat op het kille marmer en bad, neen, eischte van den Hemel verlichting af voor de onrust harer ziel. Het was niet een gebed van deemoed en van geloovig vertrouwen, dat kalmte schenkt aan den geschokten geest, dat reeds onder het uitspreken zijne weldoende kracht laat gevoelen en nooit onverhoord wordt teruggewezen; het was een morrend, oproerig uittarten der Goddelijke Almacht, dat met verhoord wordt, omdat het de groote voorwaarden, geloof en zelfbeheersching, voorbij ziet. En daar stond hij weder naast haar, de vreemde ridder, en klemde haar heftig tegen het stalen pantser en herhaalde de vraag: »Wilt gij de mijne zijn?”

»Gij zijt mijn goede engel niet! Hergeef mij mijne rust?”

»Voor de laatste maal, Arabella! wilt gij de mijne zijn?”

»In Gods naam dan!” kermde het meisje en liet als eene stervende het hoofd op zijn arm zinken.

»Volg mij,” hernam de geheimzinnige en vatte haar met zulk eene hevigheid bij de hand, dat het staal van zijn ridderhand schoen hare fijne vingers pijnlijk verwondde.

Arabella dacht niets, en sprak niets. Alles duizelde voor haar oog, alles dwarrelde in haar brein; zij gevoelde slechts onzeker, dat zij zich in de macht bevond van een wezen, dat een zedelijk en stoffelijk overwicht op hare rede en krachten had Hij voerde haar door het hoofdgebouw henen langs enge, donkere zijgangen naar eene soort van bijkapel, die soms gebruikt werd. om lijkmissen te vieren voor minvermogende burgers. Hier brandden, met een flauw licht, enkele dunne waskaarsen op een klein altaar. Een priester met opengeslagen misboek