Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/87

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

te vervallen in den hartstochtelijken toon der smarte, die hem alles zoude verraden hebben. O, had de goede ridder het kunnen weten dat haar boosaardigste vijand de ongelukkige Arabella niet pijnlijker had kunnen kwellen, dan hij het deed met zijn trouwhartig aandringen; had hij het kunnen weten, hoe oneindig een leed zij onder haar glimlach verborg, dan zeker ware hij met geheel andere aandoeningen van haar gegaan; maar zouden ze daarom minder grievend geweest zijn?

Men kent nu Lady Arabella en haar leven, van de echte zijde. Neen! voorzeker was dit niet te vergelijken bij een frisschen bloemkrans die haar omwond; maar veeleer bij een duisteren doolhof vol giftplanten en adders, waaraan zij zelve einde noch uitweg wist.

Toen de Graaf van Devonshire het vertrek zijner zuster verliet, vond hij in de aangrenzende kamer zijn page Darley, die zich met eene onverschillige houding in een der diep uitgehouwen vensterkozijnen geworpen had, en als uit verveling op de geschilderde glasruiten trommelde. Wie dezen jongeling nog een oogenblik te voren gezien had, toen hij, met ingehouden adem, het oor naar de spleet der deur gewend en het strakke valkenoog op het sleutelgat gericht hield, met het vlammend rood van vuige nieuwsgierigheid op de anders bleeke wang, zoude in de thans koele, slechts verveling en deemoed uit drukkende trekken van den jeugdigen deugniet hetzelfde wezen zeker niet herkend hebben.

»Gij nog hier, neef?” vroeg Devonshire bevreemd.

»Om op uwe Lordschap te wachten, Mylord!”

»Gij zijt overdreven gedienstig; ik had den weg naar mijne vertrekken wel alleen kunnen vinden.”

De andere wilde iets antwoorden.

»Nu goed, goed, ik dank u. Is Staunton hier?”

»Zoo even aangekomen!”

Beiden zwegen, totdat Courtenay, aan dat gedeelte van het huis genaderd hetwelk tot zijn gebruik afgezonderd was, zich tot den page wendde en zeide:

»Ik heb bezigheid voor u, master Darley. Het goede volk van Londen heeft van mij eene vreugdedag te eischen. Over drie dagen wil ik op Devonshire-Square een feest geven waaraan al-