Pagina:Conscience, De omwenteling van 1830 (1882).pdf/48

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

aan onzen zonderlingen toestand, droomde van Borgerhout en mijnen vader, en sloot dan insgelijks de verzwaarde oogleden ... om, evenals mijne makkers, ze niet meer te openen dan onder den knal van geweren en kanonnen....




 

V.


Terwijl wij dus in volle vergetelheid sliepen, was er een Hollandsch regiment jagers in stilte ons genaderd. Deze scherpschutters, over den grond kruipend, hadden zich in eene linie uitgespreid, in een breed haverveld, dat zich nevens ons bivak verlengde.

De eerste morgenschemer daagde in het Oosten; wij sliepen nog even bewusteloos en vast..... toen eensklaps eene donderende ontploffing ons tegelijk deed opspringen. Honderden kogels huilden ons rondom de ooren; velen onzer makkers waren getroffen en lagen te spartelen in hun bloed. Er bleef een oogenblik van onbeschrijfelijke verwarring onder ons; dus verrast, opschietend uit den loodzwaren slaap, duizelig en dwaas, grepen wij het eerste geweer het beste en begonnen tot verdediging op de vijandelijke jagers te schieten, wier hoofden wij nu in groote menigte boven de haver zagen uitsteken. Zij gaven ons geenen tijd om onzen toestand te herkennen, en vuurden onophoudend op onze dooreenslingerende schaar.

Mijn vriend en ambtgenoot, de fourier Walgraff, die zich te verre vooruitgegeven had, werd op eens door drie kogels, waarvan een in de zijde, getroffen en viel neder; de drie gebroeders Grad, Jules, Ange en Lucien, liepen tot dicht bij de Hollandsche schutters en haalden, onder eenen hagel kogels, den gevallen fourier uit het bereik des vijands weg, Lucien ontving een geweerschot in den arm[1].

Welhaast gelukte het onzen oversten, ons in gelederen te schikken, en dan boden wij den vijand een hardnekkigen, doch hopeloozen tegenstand.

  1. Er waren in ons regiment zeven gebroeders Grad, te Ath, in de provincie Henegouwen, van eenen zelfden vader en eene zelfde moeder geboren. Allen waren dappere jongelieden, die zich in elke gelegenheid onderscheidden. Lucien, Ange en Jules zijn nu kapiteins in het Belgische leger; één is brigadier der douane, twee zijn sergeants in keurregimenten, en de beide overigen zijn sedert gestorven. Onder allen was Jules langen tijd mijn bijzondere vriend.