Pagina:Constitutie voor het Koningrijk Holland (1806).pdf/30

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

ten einde bekleed te worden door hem, en door zijne natuurlijke, wettige en mannelijke Afkomelingen, bij orde van eerstgeboorte, met altoosdurende uitsluiting der Vrouwen, en van derzelver Afkomelingen.

Ingevolge van deze autorifatie , zoo zal de Prins Lodewyk Napoleon deze Kroon bezitten met den Titel van Koning van Holland, en met alle de magt en het gezag, welke bepaald zullen zijn door de Constitutionele Wetten, bij den Keizer Napoleon in het vorige Artikel geguarandeerd.

Niettemin is hier mede bedongen, dat de Kronen van Frankrijk en van Holland nimmer op hetzelfde Hoofd vereenigd zullen kunnen worden.


Art. 3.

Het Domein van de Kroon zal bestaan :

In de eerste plaats, uit een Paleis in den Haag, het geen tot verblijf van het Koninklijke Huis bestemd zal zijn.

In de tweede plaats, uit het Paleis in het Bosch in 's Gravenhage.

In de derde plaats, uit het Domein van Soestdijk.

In de vierde plaats, uit een inkomst van vijfmaal honderd duizend Guldens in vaste Goederen.

De Wet voor den Staat verzekert daarenboven aan den Koning eene jaarlijksche Somme van vijftienmaal honderd