Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/598

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kleine leven... Kwam er dat tot hem: vergeving...? Kwam het tot hem ... door zijn zoon? Om zijn zoon... misschien... geheimzinnig... om geheimzinnige wet en mystieke reden...? Hij voelde het... als een helle verrassing... ook al zei hij niet dan na een pauze:

— Ik ben... blij, Addy... dat je gegaan bent... Nu moet je het zeggen ... aan mama...

— Vanavond nog, vader...

— Vanavond nog...

— Ja... ik zou het ook niet kunnen verzwijgen langer... Die laatste woorden... ze liggen me als een gewicht... op mijn hart; ik moet ze zeggen...

— Ook aan mama...

— Om mij verlicht te voelen...

— Ga dan...

Het was heel kalm, dat Van der Welcke het zei:

— Ga dan...

En hij bleef in zijn stoel, werktuigelijk rolden zijn vingers een nieuwe sigaret. Maar in zijn ogen, die altijd waren jong gebleven, schemerde als een weerschijn, verwonderd, of, voor het eerst, zij in het diepere leven hadden gezien. Nu kuste hem zijn zoon, ernstig. Nu ging Addy, sloot de deur zacht... En Van der Welcke bleef werken, de gerolde sigaret in zijn vingers. Hij vergat ze op te steken. Hij staarde... Buiten om het huis ging de loeiende wind langs de muren en streek, als aan een speeltuig, zijn fikkende vingers langs alle ramen, een grote gamma langs...

Vergeving... dat dàt zijn kon... wemelde voor zijn starende ogen uit...

 
 

IV


Toen Addy de trap afging, — een halve gasvlam brandde er in de bruine schemering der eiken betimmeringen, — kwam hij Constance tegen.

— Ik ga naar mijn kamer, zei zij, zichtbaar moe.

— Ik zocht je, moedertje.

— Ga dan mee.

— Je bent misschien moe, je wilt misschien rusten... en slapen...

— Ik rust uit, als je bij me bent... evengoed als wanneer ik alleen ben. Kom mee.

Zij strekte de hand uit, en hij nam die, en zij trok hem zacht, de trap mee op. In haar zitkamer draaide zij het gas hoog. Zij verkleedde zich vlug in een peignoir, en hij meende, hij zou niet met haar spreken vanavond, omdat zij waarlijk heel moe scheen... terwijl zij in haar kleedkamer bezig was, keek hij om zich rond en hij voelde zijn jongensjaren... De kamer was zo geheel en