Pagina:Cramer, HW - Kunstreis dl 1.djvu/77

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

daar, naar het scheen, verbannen, en ik vernam dan ook later, dat zij slechts binnen hare woningen hare bekoorlijkheden mogen laten bewonderen. Daarbij wordt alle aanranding, die tot onzent wel eens plaats vindt, gestrengelijk gestraft. In de straten en passages beproeven zij echter hare fortuin.

Daar, waar het Hollandsch schip uithangt, au café Hollandais ging ik mijnen vriend afwachten; maar het was andermaal te vergeefs. Hij kwam niet. Ik trof er echter eenen zijner vrienden aan, en deze geleidde mij naar zijne woning rue St. Martin. Ik vond hem aldaar, benevens nog twee oude bekende brave en werkzame jongens, in wier gezelschap, na wederkeerige omhelzing en mij met de behaling van den behaalden grooten prijs herhaalde malen geluk gewenscht te hebben, ik den avond op het aangenaamst sleet. Te middernacht werd ik door deze goedhartige akademievrienden in triomf naar mijn hotel terug gebragt.

Een verdrietige tint was echter mijn gelaat niet ontnomen, daar ik vernomen had, dat mijn vriend marinus op zijn vertrek naar Antwerpen stond. Ik had gehoopt in hem den vriend te ontmoeten die mij eerst Parijs zoude rondleiden.

Zulks vernemende, beloofde hij mij echter, zijne reis nog acht dagen te zullen verschuiven, en beter