Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/641

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
„gelijk ze aan dweepzucht, hier, dáár ’t Heidendom verwant is,
„dáár ’t Godswoord onderdrukt, en hier, in eigen schoot
„dat Pantheïsme voedt, der gruwlen bondgenoot.
„De Maatschappij vergaat? Zult gy den storm bezweeren,
„groot Frankrijk! of den slag van eigen schedel weeren?
„Gy, voor Euroops oog Chiméraas beeld gelijk,
„van voren Republiek, van achter Keizerrijk,
„in ’t midden Anarchie, — in ’t binnenst zat van stoffen,
„gereed op d’ eersten vonk met helsch geknal te ontploffen
en ’t hoofd te treffen van den man Napoleon,
„uw pas gerezen en reeds ondergaande zon!
„Zal ’t Duitschland, door het zwaard van zijn Radetsky’s machtig?
„tweedrachtig overal, en meer dan ooit tweeslachtig,
„sints de éénheid, hoog geloofd,van al wat Duitscher heet,
„in leus van moord verkeerd, die bloedzee ruischen deed,
„uit de aderen gestroomd van burgers en soldaten,
„onnoozle dweepers of verleidene onverlaten,
„op ’t slagveld neêrlegd, ter slachtbank heengesleurd.
„De band der Staten als der stammen is verscheurd.
„De vete kankert voort, die, tusschen Israëller
„en Duitscher eeuwenoud, in vlammen zoo feller
„hervoortbrak by den kamp van dezen jongsten tijd.
„De tusschen oud en nieuw ter dood bedoelde strijd,
„dien Overmacht vergeefs zich sterk dacht te bedwingen,
„woelt in de diepte voort, door duizend zendelingen
„gekweekt en aangehitst, tot dat de dag verrijst,
„die aan ’t verschrikt Euroop met nieuw geweld bewijst
„wat sombre dweeperij uit nakroost van Germanen
„nog schrikbrer Seïds vormt den Frankrijk Bergtitanen!
„En waan niet, allerweeg bestookte Maatschappij!
„dat England, in dien dag, een Pella voor u zij,
„door hoe veel golven ook en onverwinbre vloten,
„by d’ Europeeschen brand, omheind en afgesloten, —
„door welk een geestkracht nog, terwijl de driften woên,
„in staat aan d’ eisch des volks èn vorstlijk te voldoen
„èn manlijk weêr te biên. Maar de eens gezette tijden
„vermag geen hoogheid zelfs van Brittenland te ontmijden,
„al stond geen Ierland haar ter zijde, al wierp geen rots
„van binnenlandsch schuld, van Palmerstonschen trots,
„van volks- en Staatsvergrijp, geboekstaafd door historie,