Naar inhoud springen

Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/114

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
100
OVER DE NATUURKEUS.

gewei, of een haan zonder sporen zou al zeer weinig kans hebben om jongen voort te brengen. De sexuele keus, door altijd den overwinnaar toe te staan zich voort te planten, zal zekerlijk ontembaren moed aan het dier, lengte aan de sporen en kracht aan de vleugels geven: even goed als de liefhebber van hanegevechten, die zeer wel weet dat hij zijne hanen verbeteren kan door zorgvuldig de besten uit te kiezen. Hoe laag de wet om te moeten vechten afdaalt langs de ladder der schepselen, weten wij niet: wij hebben beschrijvingen van mannelijke krokodillen, vechtende, blazende, en rond springende als Roodhuiden in den oorlogdans, om het bezit der wijfjes; mannelijke zalmen heeft men een geheelen dag aaneen zien vechten; mannelijke watertorren dragen niet zelden de kenteekenen van wonden hen toegebragt door de kaken van andere mannetjes. Die oorlog is misschien het hevigst tusschen de mannetjes van dieren welke in polygamie leven: ook schijnt het of dezen het meest van bijzondere wapens zijn voorzien. De mannetjes van vleeschetende dieren zijn reeds wel gewapend genoeg, ofschoon er zoowel aan hen als aan anderen bijzondere middelen van verdediging kunnen geschonken zijn, door middel van de sexuele keus,—de manen van den leeuw; het schouderkussen van den beer (mannelijk varken); de haakvormige kaak van den mannelijken zalm; want een schild is even belangrijk in een tweegevecht als een zwaard of eene piek.

Bij de vogels is de strijd veelal van een meer vreedzamen aard. Alle waarnemers gelooven dat er de grootste mededinging onder de mannetjes van vele soorten bestaat om de wijfjes door den zang te lokken. De rotshaan, Rupicola crocea, van Guiana, de paradijsvogels, Paradisea, en anderen verzamelen zich, en de mannetjes, het eene na het andere, ontplooijen hunne schitterende vederen en nemen allerlei houdingen aan, voor het oog der wijfjes, die er als toeschouwers om heen zitten, en die ten laatste het mannetje uitkiezen, hetwelk haar het meest heeft bevallen. Zij die ooit hunne opmerkzaamheid op tamme vogels vestigden,