Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/129

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deze pagina is gevalideerd
115
GUNSTIGE OMSTANDIGHEDEN VOOR DE NATUURKEUS.

duen kunnen vertoonen. Ofschoon de natuur groote tijdperken noodig heeft om hare keus wel te doen slagen, heeft zij toch daartoe geene eeuwigheid noodig: alle bewerktuigde wezens streven als 't ware om eene plaats in de huishouding der natuur te vervullen, en als zekere soort niet gewijzigd of verbeterd wordt in verhouding tot hare mededingers en binnen zeker tijdvak, zal zij ongetwijfeld hare plaats moeten ruimen en zal zij uitgeroeid worden.

Een veefokker of plantkweeker, die opzettelijk het eene of andere voorwerp tracht te wijzigen, zal zijn werk geheel zien mislukken, indien de vrije kruising niet wordt belet. Doch als verscheidene menschen, zonder eene wijziging van hunne dieren of planten te bedoelen, gezamenlijk naar zekere mate van volkomenheid in hunne voortbrengselen streven, en als dus allen trachten de beste dieren en planten te verkrijgen en voort te planten, dan zal eene groote verbetering of wijziging zekerlijk maar langzaam op die wijze en door zulk eene onbewuste of onopzettelijke keus ontstaan, niettegenstaande er eene groote kruising met minder goede dieren of planten plaats heeft. Zoo zal het ook in den natuurstaat zijn; want als er in zekeren omtrek de eene of andere plek niet of niet zoo goed bezet is als mogelijk is, zal de natuurkeus altijd trachten al die individuen te bewaren, welke eenigzins, mits in de regte rigting, gewijzigd zijn, ten einde daardoor de onbezette of slecht bezette plaats des te beter te vervullen. Doch als de omtrek wijd en groot is, zullen zijne verschillende gewesten bijna zeker ook verschillende levensvoorwaarden bezitten, en als de natuurkeus dan eene soort wijzigt en verbetert in de verschillende gewesten, dan zal er eene kruising van de soorten plaats hebben op de grenzen der gewesten, dat is waar de soorten met elkander in aanraking komen. En in dit geval kunnen de gevolgen der kruising niet opgewogen worden door de natuurkeus, die steeds tracht alle individuen in elk gewest te wijzigen, naauwkeurig op de zelfde wijze en in overeenstemming met de le-