Naar inhoud springen

Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/249

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
233
HET INSTINKT VAN DEN KOEKOEK.

kelijk in dit geval, want hij maakt zijn eigen nest en heeft op den zelfden tijd in het nest eijeren en jongen, die op ongelijke tijden uitgekomen zijn. Men heeft beweerd dat ook de amerikaansche koekoek nu en dan zijne eijeren legt in de nesten van andere vogels; doch volgens iemand die in dezen het grootste vertrouwen verdient, Dr. brewer, is dit niet het geval. Evenwel kan ik verscheidene voorbeelden geven van verschillende vogels, waarvan het bekend is dat zij nu en dan hunne eijeren in andere nesten leggen. Vooronderstellen wij nu dat de stamvader van onzen europeschen koekoek de gewoonten had van den amerikaanschen; dat hij bij gelegenheid een ei legde in het nest van een anderen vogel. Indien de oude vogel voordeel had van die gewoonte, of indien de jongen krachtiger werden of zich beter bevonden bij de opvoeding door een anderen vogel dan bij die welke hunne eigene moeder hen kon geven, wijl zij ten zelfden tijde voor eijeren en jongen had te zorgen, dan voorzeker zou zoo iets ten nutte zijn van de soort. De analogie doet mij gelooven dat de jongen, die op zulk eene wijze ter wereld gekomen waren, geschikt zouden worden om door overerving de afwijkende gewoonte van de moeder te volgen, en op hunne beurt in staat zouden zijn om hunne eijeren in de nesten van andere vogels te leggen, en dus zeer wel zouden slagen in het voortplanten van de soort. Door op die wijze vol te houden, geloof ik dat het zonderlinge instinkt van onzen koekoek kon worden voortgebragt en ook werkelijk voortgebragt is. Ik moet hier nog bijvoegen dat volgens Dr. gray en eenige andere waarnemers de europesche koekoek geenszins alle moederliefde en zorg voor de jongen mist.

Het instinkt om nu en dan eijeren in de nesten van andere vogels te leggen, hetzij in die van de eigene of van eene andere soort, is niet ongewoon bij vele hoendersoorten, en verklaart misschien den oorsprong van een zonderling instinkt in de verwante groep der struisvogels. Immers verscheidene