Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/387

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
99
OPVOLGING VAN GRONDVORMEN.

de opvolging der grondvormen" en over de "wonderbare betrekkingen in het zelfde gewest tusschen de doode en de levende vormen." Naderhand heeft Prof. owen het zelfde ten opzigte van de zoogdieren der oude wereld bewezen. Wij zien de zelfde wet heerschen in de beschrijving van de uitgestorvene reusachtige vogels van Nieuw-Zeeland van den zelfden schrijver. Wij zien haar ook in de vogels der braziliaansche holen. Woodward heeft bewezen dat de zelfde wet doorgaat bij zeeschelpdieren, doch zij is hier niet zeer blijkbaar, wijl de meeste geslachten van de weekdieren zulk een groot gebied hebben, dat is zoo ver over de aarde zijn verspreid. En zulke gevallen zijn er meer: de betrekking tusschen de uitgestorvene en de levende landschelpdieren van Madeira; die tusschen de uitgestorvene en de levende brakwaterschelpdieren van de Kaspische zee en het meer Aral, en dergelijken meer.

En wat beteekent nu die merkwaardige wet van de opvolging der zelfde grondvormen binnen de zelfde omtrekken? Het zou een knap man moeten zijn in staat om toe te schrijven—na het tegenwoordige klimaat van Nieuw Holland en van sommige gedeelten van Zuid Amerika op de zelfde breedte onderling vergeleken te hebben—aan de ongelijke physische levensvoorwaarden de ongelijkheid van de bewoners dier twee landen, en aan de gelijkheid der voorwaarden de gelijkheid der zelfde grondvormen in elk land gedurende de laatste tertiaire tijdperken. Ook kan men niet beweren dat de buideldieren, Marsupialia, uitsluitend of voornamelijk in Nieuw Holland zouden zijn voortgebragt, of dat de tandeloozen, Edentata, en andere amerikaansche dieren enkel en alleen in Zuid Amerika voorkomen. Want wij weten dat Europa in vorige tijden door vele buideldieren werd bewoond. Ik heb in de bovengenoemde jaren betoogd dat in Amerika de wet der verspreiding van landzoogdieren voorheen anders was dan zij nu is. Voorheen vertoonde Noord Amerika bijna volkomen de zelfde wezens als de zuidelijke helft van dat werelddeel, en voorheen